Guidance modelbeoordeling voor Nederland

26-05-2021 16:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 27 mei 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 26 mei 2021 om 15.39 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag boven de westkust van Denemarken trekt vanavond en vannacht
langzaam zuidwaarts, om morgen overdag via het noorden van Duitsland
oostwaarts te trekken. Aan de zuidwestflank hiervan wordt met een
noordwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd. Een trog
boven het uiterste zuidoosten verlaat spoedig het land. Een eerste
occlusie ligt inmiddels van Noord-Holland naar Groningen, trekt
zuidoostwaarts en zal het zuidoosten later vanavond verlaten. Een
(tweede) ingedraaide occlusie ligt rond het laag, trekt eveneens
zuidwaarts, zal halverwege de avond het noorden bereiken en in de nacht
boven het midden min of meer stationair worden. In de loop van de nacht
schampt er nog een derde ingedraaide occlusie rond de kern van het laag
het noordoosten van de FIR, gefragmenteerd in de vorm van losse
convectieve elementen. Morgen overdag verandert er weinig aan dit beeld
met nog altijd slepende occlusies boven het midden en noordoosten.
Morgenmiddag en avond bouwt vanuit het zuidwesten geleidelijk een rug op
en vindt stabilisatie plaats, waardoor de occlusies geleidelijk
verpieteren.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien is het beeld eenduidig, de verschillen tussen de
modellen treden op in de grenslaag. Hoewel alle modellen bij de
verschillende occlusie met stratus komen, is HAP1 aanzienlijk
pessimistischer met de wolkenbasis dan HAP2, Hirlam en al helemaal dan
EC. Ook ten westen van de FIR zit een uitgestrekt gebied met (lage)
stratus en dat lijkt HAP1/HAP3 momenteel wel het beste te simuleren. Het
blijft nowcasten maar voorlopig houden we HAP3 aan, aangezien deze
tussen HAP1 en HAP2/Hirlam zit en daarmee het beste past in het huidige
beeld. Morgenmiddag en avond zou de lage bewolking overal moeten
verdwijnen, in HAP1 en HAP3 gebeurt dit niet waardoor met het afnemen
van de wind een groot mistveld kan ontstaan boven zee, dat in de nacht
naar vrijdag het land optrekt. De andere modellen laten alleen boven
land mist ontstaan door uitstraling, hier gaan we voorlopig vanuit.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot en met vannacht nog seinen voor 6 Bft.

BEWOLKING:
Nabij de trog eerst nog Cu en Cb's met toppen boven FL100. Bij en op
nadering van de occlusies overwegend gelaagde bewolking, soms ook wat
ondiepe convectieve bewolking, en stratus. Overdag landinwaarts
geleidelijk overgaand in Cu/Sc en vooral in de noordoostelijke helft nog
TCu/Cb's, toppen rond FL100. Morgenavond en in de nacht naar vrijdag
waarschijnlijk breed opklarend, de stratus/mist van zee blijven een
aandachtspunt.

NEERSLAG:
Bij de trog nog een enkele bui. Bij de occlusies perioden met
regen/motregen. Bij de ingedraaide occlusies nabij het laag (in het
noordoosten van de FIR) soms mogelijk wat buiig van karakter en overdag
enkele geïsoleerde buien (single cell).

ZICHT:
Goed, in neerslag matig tot slecht, boven zee mogelijk ook buiten
neerslag. In de nacht naar vrijdag boven land op uitgebreide schaal
mist. Mist boven zee lijkt onwaarschijnlijk maar sluiten we nog niet
helemaal uit.

TEMPERATUUR:
Aanhoudend te koel voor de tijd van het jaar (normaal = klimaatperiode
1991-2020).



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI