Guidance modelbeoordeling voor Nederland

19-04-2021 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 20 april 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 19 april 2021 om 01.53 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Scandinavie trekt de komende 48 uur langzaam
oostwaarts. Bijbehorende rug strekt zich uit tot over de Britse Eilanden
en wordt geleidelijk minder significant. Onze omgeving ondervindt nog
enige cyclonale invloed ten gevolge van lagedruk boven Centraal en
Oost-Europa. Een occlusie net ten oosten van onze omgeving ligt gekruld
rondom een hoogtelaag dat zich boven het noorden van Duitsland bevindt.
De occlusie trekt in de nacht en ochtend zuidwestwaarts over het land.
Het hoogtelaag volgt op korte afstand en ligt aan het begin van de
middag boven het zuiden van het land. Aan de grond is dan sprake van een
vore. Restanten van een oude occlusie komen later op maandagavond boven
het noordoosten van het land te liggen, aangezien er gedurende de rest
van de periode nauwelijks sprake is van enige gradient blijft de
occlusie daar liggen.

MODELBEOORDELING:
Modellen hebben zoals al een aantal runs het geval is moeite met de
condities op zee. Berekende gebieden met stratus en mist in zowel
Harmonie als Hirlam zijn veel te uitgebreid. Condities in het FIR gebied
zijn nu over het algemeen goed, stratus en lokaal mist bevinden zich wel
net west van het FIR gebied. In het zuidelijke deel kan dit met de daar
aanwezige noordweststroming advectief nog wel het FIR gebied indrijven.
De komende dag bereikt vochtigere lucht vanuit Duitsland (Td 8 a 9
graden Celsius) onze omgeving, dit zou boven zee wel aanleiding kunnen
geven tot teruglopende zichten. Deze nacht wordt boven land voor de
occlusie uit lokaal nog wat mist berekend door met name de
Harmoniemodellen, dit wordt nu lokaal ook waargenomen. Het
neerslagpatroon ziet er in de modellen redelijk eensluidend uit voor
vandaag en morgen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij de berekende buien voor komende middag en de dag daarop mogelijk
vlagen tot ca. 20 kn.

BEWOLKING:
Deze nacht van het oosten uit (bij de occlusie) Sc velden en in het
zuidoosten kans op een enkele TCu (toppen FL100). Ten oosten van de
occlusie zijn brede opklaringen aanwezig waarin boven Duitsland
momenteel op uitgebreide schaal stratus en mist ontstaat. Deze zone
bereikt het land aan het einde van de nacht waarna de basis door
dagelijkse gang op begint te trekken en op te lossen, dit proces neemt
een groot deel van de ochtend in beslag. In de middag vervolgens Cu
bewolking en in het zuiden bij de hoogtetrog (en de vore aan de grond)
enkele Cb's met toppen tot ca. FL200. Later op de dag in het noorden bij
de oude occlusie Sc velden. Dinsdag overdag Cu bewolking, in het noorden
daar waar de occlusierestanten (vochtigere lucht) zich bevinden
ontwikkeling van enkele Cb's met toppen tot ca. FL150. Boven het
zuidelijke deel van de FIR is stratus mogelijk (zie modelbeoordeling).

NEERSLAG:
Deze nacht in het zuidoosten kans op een enkele bui. Bij de occlusie die
in de ochtend passeert met name in het oosten en zuidoosten wat regen,
temps zien er stabiel uit. Maandagmiddag in de zuidelijke helft (nabij
het hoogtelaag) ontwikkeling van enkele buien door dagelijkse gang. CAPE
waarden dan ongeveer 400 J/kg, lokaal nog wat meer. Schering 15-20 kn
dus single cell, mogelijk multi cell modus. Gezien de top-temperatuur
bij toppen van ruim FL200 is onweer ook mogelijk. Dinsdag in het
(uiterste) noordoosten een enkele bui, vergelijkbare CAPE, weinig
schering.

ZICHT:
Komende nacht is in het westen mist mogelijk, in het oosten
waarschijnlijk te veel bewolking. In de nacht naar dinsdag is de kans op
mistbanken het grootst in het zuiden; de dauwpunten zijn daar het
hoogst, bovendien is de kans op mist daar groter wegens de buien.
Boven zee zijn de zichtwaarden in het algemeen goed. Met het
binnendrijven van nog wat vochtigere lucht kunnen de zichtwaarden echter
wel wat terug gaan lopen. In het zuidelijke FIR gebied is mist mogelijk
(zie modelbeoordeling).

TEMPERATUUR:
Dagelijkse gang is afhankelijk van de hoeveelheid opklaringen.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI