Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-12-2020 00:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 09 december 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 08 december 2020 om 23.41 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het centrum van een zadelgebied ligt om 00 UTC boven het oosten van ons
land en beweegt heel langzaam oostwaarts Duitsland in. De aanwezige
lucht is van polaire origine maar is in de grenslaag vochtig. Aan de
westflank van het zadelgebied neemt de zuid- tot zuidwestelijke stroming
geleidelijk in kracht toe. Vanuit een lagedrukgebied boven Schotland
snoert een kleinschalig laagje af boven East Anglia en beweegt overdag
de westelijke Noordzee op. Een bijbehorende occlusie komt van het westen
uit naderbij en bereikt in de eerste helft van de ochtend Zeeland,
alwaar het stagneert. De rest van de dag blijft de occlusie ten westen
van onze kust slepen om in de avond geleidelijk noordwaarts te bewegen.
In de loop van donderdag draait de stroming weer naar zuid tot zuidoost
en wordt de aangevoerde lucht geleidelijk weer droger.

MODELBEOORDELING:
De aandachtspunten liggen vandaag en morgen in de grenslaag. Alle
modellen hebben hier grote moeite mee. Veel staat en valt met de
hoeveelheid opklaringen. De modellen berekenen te weinig Sc-bewolking of
laat deze te snel oplossen, gevolg hiervan is dat er of een te
uitgebreide schaal mist wordt berekend. De actualiteit toont wel aan dat
in opklaringsgebieden de mist gemakkelijk kon ontstaan. Het mist/stratus
veld boven Zeeland/België en het noorden van Frankrijk wordt nu wel
vrij goed door de Harmonies weergegeven. De advectie van dit gebied
lijkt met en toenemende stroming dan ook vrij betrouwbaar. De gevormde
mist zal overdag geleidelijk overgaan in stratus waarvan de basis
geleidelijk steeds hoger komt te liggen, dat proces wordt in alle
modellen goed eenduidig weergegeven, op Hirlam na dan, deze laat de mist
grotendeels oplossen. De neerslag bij de occlusie rondom het
kleinschalige laagje wordt door alle modellen vergelijkbaar berekend.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de middag/avond in de westelijke kustdistricten mogelijk seinen voor
6 Bft bij de occlusierestanten, verder geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Voor de stratus en Sc-bewolking vannacht en overdag, zie
modelbeoordeling. Verder zien we in het westelijke deel van de FIR op de
Noordzee enkele TCu/Cb's, deze zijn het gevolg van het relatief warme
zeewater en een klein koudeputje in de bovenlucht. Deze TCu'sCb's
bewegen tezamen met het koudeputje in noordwestwaartse richting weg. Bij
de occlusie bij het kleinschalige laagje zien we een mengeling van
stratiforme en convectieve bewolking. Deze zone komt niet verder dan de
westelijke helft van de FIR en beweegt in de nacht naar donderdag en
donderdag in noordelijke richting weg. Boven land zien we in de nacht
naar donderdag nog vrij veel stratus, met name in de noordwestelijke
helft van het land, in het zuidoosten zorgt lijwerking van de Ardennen
al voor minder bewolking en bovendien een hoger basis. Donderdag overdag
wordt de stratus met een zuidelijke wind geleidelijk de Noordzee op
gedreven, hierbij zien we bovendien een stijging van de wolkenbasis naar
Sc-niveau. Helemaal opklaren zal het waarschijnlijk niet, plaatselijk
kan ook weer nieuwe Sc-bewolking ontstaan.

NEERSLAG:
In het westen van de FIR zien wen nog altijd enkele buien, deze trekken
in de loop van de dag in noordwestwaartse richting weg de FIR uit. Op de
occlusie zien we een wat actievere neerslagzone, deze bereikt in de
ochtend het zuidwesten maar zal daar ook stagneren. Vervolgens blijven
de buien dat aan de oostflank van het laagje boven de westelijke helft
van de FIR aanwezig, het stratiforme karakter verdwijnt hierbij. In de
nacht naar donderdag en donderdag overdag bewegen de buien dan in
noordwaartse richting geleidelijk de FIR uit.

ZICHT:
Boven land nevelig en in opklaringen vorming van mist en mistbanken. Van
het zuidwesten uit breidt ook een echt mistgebied zich uit over ons
land. In welke mate dat gebeurt is lastig in te schatten op basis van
modelvelden, deze geven namelijk een verstoord wolkenbeeld (zie
modelbeoordeling). In de ochtend aanvankelijk mist die overgaat in
nevel, in de loop van de middag zullen de zichtwaarden geleidelijk
oplopen naar matig tot goed. In de nacht naar donderdag vooral in de
noordwestelijke helft opnieuw vorming van nevel, in het zuidoosten
blijven de zichten door lijwerking van de Ardennen zeer waarschijnlijk
goed. Boven de Noordzee buiten buien goede zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Vannacht in opklaringen temperaturen onder het vriespunt, onder de
bewolking en in het grootschalige mistgebied enkele graden erboven.
Overdag zal de temperatuur in hardnekkige mist/stratusgebieden niet
verder komen dan 1 a 2 boven nul, langs de kust kan het nog lokaal 4°C
worden. In de nacht naar donderdag minima uiteenlopend van rond het
vriespunt in het zuidoosten tot enkele graden erboven in de
noordwestelijke helft. Donderdag overdag maxima rond 4°C.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI