Guidance modelbeoordeling voor Nederland

10-06-2020 00:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 11 juni 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 10 juni 2020 om 01.44 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidoostflank van een in betekenis afnemende rug boven de
zuidelijke Noordzee staat er in de onderste niveaus een noordelijke
stroming. Op hoogte bevindt ons land zich eerst nog in een zadelgebied.
Doordat een hoogtelaag tussen Schotland en IJsland afsnoert en langzaam
zuidwaarts trekt richting de Golf van Biskaje wordt de stroming op
hoogte eerst zuidelijk, later op woensdag en donderdag zuidoostelijk.
Langs de oostgrens ligt in de onderste niveaus een zwakke barokliene
zone die aanvankelijk vrijwel stationair is. Het systeem is nog het
beste te volgen op basis van de thermische frontparameter, maar ook is
een duidelijke dauwpuntsprong waarneembaar. Vannacht krijgt het zwakke
front weer een westwaartse component. Overdag trekt het front als
warmtefront en geleidelijk iets activerend (deels door dagelijkse gang
en warmteadvectie) van oost naar west over het land. In de nacht naar
donderdag bereikt nog warmere lucht horend bij een frontale zone (nu nog
boven Oost-Europa) de noord(oost)elijke helft van het land. Deze blijft
donderdag overdag geruime tijd boven het noorden slepen.

MODELBEOORDELING:
De neerslagpatronen komen vrij goed overeen in de modellen. Waar de
neerslag exact gaat vallen en ook de grootschaligheid ervan is nog wat
onzeker. De activatie op het warmtefront in de loop van woensdag zit in
alle modellen, Hir/Ec spreiden het wat meer uit (gezien de resolutie
logisch). Zit wel een duidelijke convectieve component bij. Bij de
volgende frontale zone gaat het zwaartepunt vrijwel zeker bij het
noorden liggen. Dit gaat dan meer om stratiforme neerslag. Opvallend
hierbij is dat HAP1 als enige de basis van het wolkenpakket op St-niveau
berekent, de andere modellen houden het op Sc-niveau. Iets om in de
gaten te houden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Woensdag overdag langs de kust al snel wind vanaf zee en bij een bui
kans op uitschieters rond 20 kn.

BEWOLKING:
Bij het warmtefront Sc-velden, ziet er vooralsnog vrij omvangrijk uit.
Met name in de oostelijke helft toenemende kans op enkele Cb's met
toppen tot ca. FL150/-15°C, je ziet in de avond de onstabiliteitsdiepte
in het westen nog wat verder toenemen naar mogelijk FL200/-20°C.
Donderdag bij de volgende frontale zone een dikker pakket bewolking met
basis mogelijk op St-niveau. Pas later op de dag neemt de kans op een
(ingebedde) Cb met hoge basis toe.

NEERSLAG:
In de nacht en ochtend is er bij het retrograde front lokaal al wat
regen of een bui in het oosten mogelijk. Overdag met name in de
oostelijke helft toenemende kans op enkele buien in een regime van
enkele honderden J/Kg SbCape (kans op > 500 J/Kg in de orde van 20-30%)
en ca. 15 kn effectieve windschering. Convectieve modus is dus
single-cell. Onweer is hierbij met top-temperaturen rond -15°C niet
waarschijnlijk, in de avond lijken de toppen iets hoger en kouder te
kunnen worden. Harmonies komen dan met een onweersignaal. Donderdag met
name boven het noorden (mogelijk ook het midden) af en toe regen, sterk
stratiform karakter. Overigens is in het uiterste zuidwesten een
onweersbui niet helemaal uit te sluiten. Boven Belgie gaan deze
waarschijnlijk wel tot ontwikkeling komen bij een vore met 500-1000 J/Kg
SbCape en 10-20 kn eff. windschering. Vooralsnog niet noemenswaardig
binnen onze landsgrenzen.

ZICHT:
Goed. In het uiterste zuidoosten komen de Harmonies in de nacht naar
donderdag met een mistsignaal. Voorlopig nog niet benoemd, kans lijkt
nog niet al te groot.

TEMPERATUUR:
In de Harmonies is het effect van het dikkere wolkenpakket en regen
boven het noorden donderdag goed zichtbaar in de temperatuur. Die komt
niet hoger dan 15°C uit, pas later stijgt deze nog tot 18-20°C. In
Hirlam/Ec zien we dat effect niet of nauwelijks terug, deze hebben de
bewolking wat noordelijker en ook wat minder dik (hogere basis).



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI