Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-06-2020 16:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 07 juni 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 06 juni 2020 om 16.44 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoogtelaag met bijbehorende koude lucht (T rond -27 graden Celsius)
ligt net ten noorden van East-Anglia en trekt in de nacht en vroege
ochtend oostwaarts over het noorden van het land om vervolgens verder
naar Denemarken te trekken. Het hoogtelaag komt aan de grond tot
uitdrukking in de vorm van een kleinschalig laagje dat dezelfde positie
en koers volgt, maar wel langzaam wat opvult. Een bijbehorende
ingedraaide occlusie ligt NNO-ZZW georiƫnteerd boven het uiterste
noordwesten en trekt in de avond en nacht in activiteit afnemend
oostwaarts over het land. Aan de westzijde van het hoogtelaag trekt op
zondag met een noord tot noordwestelijke bovenstroming een kleinschalige
storing met occlusierestanten over de Noordzee zuidwaarts en volgt
zondagavond ongeveer dezelfde baan als het vorige laag over het noorden
van Nederland.

MODELBEOORDELING:
Modellen stemmen redelijk overeen v.w.b. de positie van het
kleinschalige laagje bij de Engelse oostkust. Alleen de kerndruk in
Hirlam is momenteel een fractie te hoog in vergelijking met de actuele
druk. Ook de koers van het vlakke laagje dat morgen over het land trekt
wordt redelijk eenduidig weergegeven door de modellen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Momenteel 7 Bft aan de westkust en op het IJsselmeer en langs de
zuidwestkust aanvankelijk mogelijk 8 Bft. In de loop van de avond en
nacht overal afnemend naar 6 Bft. De uitschieters halen aan de kust nog
maximaal 40 kn, landinwaarts ca 30 kn.

BEWOLKING:
Voor de occlusie uit Cu bewolking. Nabij de occlusie vooral Sc bewolking
en een convectieve component met enkele TCu's (toppen rond 8000 vt).
Nabij de kern van het laagje kan boven land komende nacht wat lage Sc of
St voorkomen (indicatie HAP1, HA40). Na passage van de occlusie wegens
de koudere bovenlucht (naderende hoogtelaag) toenemende kans op Cb's,
zeker rondom het grondlaagje waar de koudste bovenlucht aanwezig is en
geclusterde Cb's voor kunnen komen. Toppen van de Cb's liggen tussen
FL200 en FL250. Met het wegtrekken van het laagje neemt de
onstabiliteitsdiepte weer af en kan er hooguit nog een enkele TCu
voorkomen met toppen rond 8000 vt, bij de occlusierestanten rondom het
laagje voor morgen is ook Sc en lokaal mogelijk St.

NEERSLAG:
Bij de ingedraaide occlusie vooral stratiforme neerslag. Daarna op
nadering van hoogtelaag en grondlaagje enkele buien die zich vooral in
de kustgebieden bevinden. Bij het laagje zelf zijn geclusterde buien
mogelijk. Aangezien het laagje in de nacht en vroege ochtend over het
noorden van het land trekt zal er boven land niet zozeer activatie
plaatsvinden, het IJsselmeer daarentegen is ca. 16 graden Celsius
waardoor de buien daar wel kunnen activeren. De buien kunnen gepaard
gaan met onweer en hagel. Cape waarden liggen tussen 200 en 400 J/kg,
nabij het laagje 400-700 J/kg, effectieve schering is gering, veelal
minder dan 15 kn. Indecs komt met onweerskansen rond het laag die
uiteenlopen van 30-60%. Met het wegtrekken van het laagje afnemende
buiigheid.

ZICHT:
De zichten bij de occlusie lopen in neerslag wat terug tot ca. 10 km. In
de buien lopen de zichten verder terug naar 5-8 km, in een bui met
onweer mogelijk 3-5 km.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI