Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-04-2020 19:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 28 april 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 27 april 2020 om 19.40 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de noordelijke Noordzee trekt langzaam
oostwaarts richting Noorwegen. Een bijbehorend koufront boven onze FIR
trekt langzaam zuidoostwaarts. Aan het eind van de avond en begin van de
nacht bereikt het front het noordwesten om daar de komende 30 uur
vrijwel stationair te worden. Aan het eind van de periode trekt het
front als warmtefront naar het noordoosten.
Van het zuiden uit trekt een van oorsprong thermisch laag met
bijbehorende ingedraaide occlusie noordwaarts. De occlusie bereikt
morgenochtend het zuiden van het land. In de middag en avond passeert
het ingedraaide deel van de occlusie. Het zuiden en zuidoosten komen aan
de zuidkant van de occlusie tijdelijk in de warmere lucht terecht en de
opbouw is daar onstabiel. Op nadering van de occlusie vindt op enige
hoogte warmteadvectie plaats, dit zorgt ervoor dat het (in eerste
instantie) stationaire front boven het noordwesten door opglijding
wederom activeert.

MODELBEOORDELING:
Nabij het van het noorden uit naderende front zien we in de modellen een
St-signaal en soms ook een mistsignaal, dat is vandaag ook waargenomen.
Vanavond en vannacht zien we in de modellen dat de St/mist ook boven het
noordwesten van het land langzaam doorloopt, waarbij boven land vooral
St realistisch lijkt. Hap 1 laat, i.t.t. de andere modellen, de stratus
tot zelfs het zuidoosten door lopen. Op het moment dat het koufront als
warmtefront weer naar het noorden trekt laat Hap1 de St woensdag avond
weer boven het noordwesten ontstaan.

In de positie van het laag zijn er morgen enige verschillen tussen de
modellen. Alle modellen hebben woensdagmiddag een apart lagedrukgebied
boven Het Kanaal. Deze oplossing was in geen van de voorgangers maar
wordt nu redelijk consistent berekend door alle modellen. Er zijn wat
verschillen in timing en in koers, hetgeen ook terug te vinden is in
gemiddeld hogere Tx in Hirlam.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Morgenmiddag in de kustgebieden buitengaats tijdelijk NO 6 Bft.

BEWOLKING:
Komende nacht bij en zuid van het stationair wordende front op meerdere
plaatsen St. Morgen overdag bij het stationaire front Sc/Ac, mogelijk
Ns. Nabij en ten zuidoosten van de occlusie Sc/Cu en Cb's met toppen tot
ca. FL300. Na passage van de occlusie in het zuidoosten Sc/Cu.
Morgenavond nabij het stationaire front boven het noordwesten en in een
strook ten zuiden daarvan wederom toenemende kansen op St.

NEERSLAG:
De stratiforme neerslag valt vanaf de loop van de nacht vooral in het
westen en noordwesten bij het activerende front. De convectieve neerslag
lijkt morgen voorbehouden aan het zuidoosten bij de ingedraaide occlusie
en in de warme lucht ten zuidoosten daarvan. Met toptemperaturen rond
-45C is de kans op onweer reëel. In een regime met 400-700 J/Kg CAPE en
een effectieve schering tussen 10-15 kn is de convectieve modus
single-cell. In een NO-ZW georiënteerde strook boven het midden van het
land (tussen het stationaire front en de occlusie in) valt mogelijk
weinig tot geen neerslag.

ZICHT:
Goed. Bij het front vanavond/vannacht boven land lokaal matig, mogelijk
slecht zicht. Morgen overdag in neerslag matig zicht. Morgenavond
wederom toenemende kans op matig zicht.

TEMPERATUUR:
Morgen in het zuidoosten aan de warme kant van de occlusie mogelijk nog
rond 19°C. Elders koeler dan vandaag (Hirlam wordt verworpen).



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI