Guidance modelbeoordeling voor Nederland

23-04-2020 10:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 24 april 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 23 april 2020 om 11.28 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied tussen IJsland en Noorwegen heeft een uitloper naar
Denemarken, het noorden van Duitsland en Polen. Een vlak lagedrukgebied
boven Frankrijk krijgt vanmiddag een vore boven het oosten van ons land.
Dit laag trekt noordwaarts en vult vanavond boven ons land op. Hierdoor
blijft er opnieuw een vore over, maar nu vanuit een omvangrijk laag
waarvan de kern zich ver in Rusland bevindt. Deze verandering van het
stromingspatroon heeft in ons land tot gevolg dat de luchtdrukgradiënt
afneemt en de stroming noordelijk wordt en geleidelijk koudere lucht
aanvoert. In eerste instantie is dit vanavond aan het oppervlak merkbaar
door het relatief koude zeewater, op hoogte zien we enkele uren later
pas een verscherping van de thetaw-gradiënt. Vrijdagavond volgt er een
volgende barokliene band van het noorden uit die zaterdagochtend van
Noord-Holland naar Twente ligt. Deze band wordt geanalyseerd als een
zeer zwak koufront, dat zich momenteel bevindt van IJsland naar
Noorwegen. De rug van hoge druk breidt zich in de nacht naar zaterdag
weer uit over het westen en zuiden van het land. Een oude occlusie boven
het zuidwesten van Frankrijk en de Golf van Biskaje trekt tegelijkertijd
langzaam noordwaarts en ligt zaterdagochtend net ten zuiden van ons
land.

MODELBEOORDELING:
Hirlam heeft weer last van onrealistische afkoeling boven de Noordzee
waardoor daar grote mistvelden ontstaan. Deze negeren we. HAP1 heeft een
klein mistveldje dat vanmiddag van het noorden uit op ons luchtruim
afkoerst, maar daar aangekomen oplost. We zien dat scenario in geen
enkel ander model terug en ook KEPS heeft dit niet. Omdat HAP1 lage
bewolking vaak overschat negeren we ook dit scenario. Bij het koufront
komen de meeste modellen met een klein signaal voor St aan de zuidzijde,
waar zich de vochtigste lucht bevindt. Gezien het tijdstip waardoor het
koufront het land bereikt (in de nacht naar zaterdag) beschouwen we dit
als realistisch. Ook de nevel en/of mist die ervoor uit ontstaat is
waarschijnlijk. Dit beeld sluit aan bij wat KEPS ons voorschotelt. De
stratus lijkt op basis hiervan wel een lokaler gebeuren.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag wordt de wind op veel plaatsen landinwaarts zwak, waardoor de
windrichting van plaats tot plaats en van moment tot moment een grillig
beeld zal vertonen. Vanaf vanavond draait de wind in het gehele land
naar noordelijke richtingen, iets wat we vanmiddag al in de kustgebieden
zien gebeuren a.g.v. verschil in voelbare warmtefluxen boven land en zee
in combinatie met een geringe dwarswindcomponent op de kust.

BEWOLKING:
Nabij het koufront een smalle band met Sc. Aan de zuidzijde kant op
vorming van St.

NEERSLAG:
Geen. Hirlam laat wel enkele lichte signalen zien boven de Noordzee,
vermoedelijk uit uitregende mist die er niet zal zitten.

ZICHT:
De wind gaat vanmiddag aan de kust al vanaf zee waaien. Het heeft er
alle schijn van dat dit het krachtigst gebeurt in Zeeland, waardoor daar
vochtige lucht het verst landinwaarts kan binnenstromen. De dauwpunten
lopen hier op naar 8/9°C en komende nacht is deze omgeving ook het
gunstigst voor de vorming van nevel. In de nacht naar zaterdag zien we
aan de zuidflank van het koufront op meer plaatsen nevel en mogelijk
mist ontstaan.

TEMPERATUUR:
Doordat de wind vanaf zee gaat waaien doet de temperatuur morgen een
stap terug, maar dit effect zal met name in de kustprovincies merkbaar
zijn. In het zuidoosten gaat het om een graad of 2 minder, in het
noorden mogelijk om 6 graden lagere maxima dan vandaag.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI