Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-02-2020 05:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 02 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 29 februari 2020 om 05.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten westen van Ierland beweegt langzaam oostwaarts en
diept nog iets uit. Het aandachtsgebied bevindt zich vanochtend in een
brede warme sector, waarin een stevige zuidwestelijke stroming staat.
Het lagedrukgebied trekt vandaag via het uiterste noorden van Ierland
richting Schotland. Een koufront (dubbelconstructie), dat 03 UTC ter
hoogte van de lijn Cardiff-Brest lag, bereikt het zuidwesten tegen 12
UTC en verlaat het noordoosten rond 16 UTC. Het koufront wordt in de
bovenlucht vrij snel gevolgd door een kortgolvige hoogtetrog. Achter het
koufront wordt in een west- tot zuidwestelijke stroming maritiem polaire
lucht aangevoerd die onstabiel is van opbouw. Zondag later op de dag
nadert een volgende randstoring van het zuidwesten uit. Het bijbehorende
laag trekt zondagavond laat over het zuidoosten noordoostwaarts, met
daar omheen een ingedraaide occlusie.

MODELBEOORDELING:
In de timing van het koufront zitten nog nauwelijks verschillen. Actueel
zien we op de radar boven Engeland een smalle zone met lijnconvectie,
zoals de verschillende Harmonie-versies ook weergeven. Belangrijkste
aandachtspunt is de wind op het koufront (zie onder 'wind') en de
activiteit van het front. Aan de voorzijde van de hoogtetrog zien we een
markant PVA-maximum. Het effect daarvan wordt echter ten dele teniet
gedaan door grootschalige kou-advectie in de onderste niveaus. Wel
ontstaat er mogelijk een subtiel golfje langs het front boven het
noordwesten.
Zondag ontstaan er grotere verschillen t.a.v. een volgende randstoring.
Hirlam00 wijkt hierbij sterk af van de overige modeluitvoer, met een
veel zuidoostelijker koers van het laag en de bijbehorende neerslag. We
houden voorlopig het EC/Harmonie scenario als leidraad.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Belangrijkste aandachtspunt zijn de windstoten op en evt net achter het
koufront (losse buien). Op het koufront laten de modellen consistent een
markante zone met meer wind zien, boven zee waarschijnlijk kortdurend
een 8 Bft. Alle modellen komen zowel boven land als boven zee met
windstoten van 45-50 kn, lokaal 55 kn. De 55-60 knopen die we lokaal in
de voorgaande runs zagen, zien we nu niet. Bij het grondfront zien we in
de Harmonies een signaal voor een smalle buienlijn, waarop de
uitwisseling plaats kan vinden. Op 3000-4000 vt staat er tijdelijk zo'n
50-60 kn wind. Vaak is de schaalgrootte waarop de Harmonies de zware
windstoten berekenen te groot, maar is het wel een goede indicatie voor
wat lokaal kan optreden. Voorlopig gaan we op het koufront uit van
kortstondig windstoten tot ca. 90 km/uur. Ook tijdens buien die op
passage van de hoogtetrog passeren kunnen nog zware windstoten
voorkomen, met name in de kustprovincies, maar mogelijk ook verder
landinwaarts tot ca. 80 km/uur, aan zee 90-100 km/uur. In de avond zien
we boven de Noordzee seinen voor ZW 8 Bft en (verder) in het noordwesten
van de FIR mogelijk een 9 Bft. Qua windstoten zien we dat het
noordwestelijk kustgebied naar 75-90 km/uur gaat, dichtbij de
waarschuwingscriteria.

BEWOLKING:
Dieper In de warme sector weer afnemende St-kansen. HAP1 is daarbij
momenteel te negatief. Bij het koufront zien we in de Harmonies een
mengeling van stratiforme en convectieve bewolking met daaronder ook
kortdurende lagere wolkenbases. De onstabiliteit bij het koufront is
weliswaar ondiep, maar gezien het neerslagpatroon in de Harmonies
(LEWP-achtig) lijkt de aanwezigheid van ondiepe convectieve bewolking
realistisch. Achter het koufront diepere onstabiliteit, convectieve
bewolking, met CB's tot circa FL200. Dit zien we vooral op passage van
de koudste bovenlucht. Zondag overdag enkele buien met toppen FL100-150.
Op de ingedraaide occlusie een pakket stabiel gelaagde bewolking.

NEERSLAG:
Bij het warmtefront stratiforme neerslag. In de warme sector geleidelijk
overwegend droog. Bij het koufront enige tijd regen en waarschijnlijk
ook een ondiepe buienlijn of lijn met buiige regen op het grondfront.
Achter het koufront enkele buien in een regime met circa 200 J/Kg CAPE
en redelijk wat windschering, multicells zijn dus mogelijk. Gezien de
diepte van de onstabiliteit behoren ook hagel en een klap onweer dan tot
de mogelijkheden. Zondag overdag enkele buien, mede geholpen door
dagelijkse gang. Aan het einde van de middag of in de avond stratiforme
neerslag op de ingedraaide occlusie. Dan zien we in de modellen
geleidelijk op steeds meer plaatsen St ontstaan. Neerslagsoort op de
occlusie is regen.

ZICHT:
In neerslag overwegend matig zicht, bij het warmtefront lokaal slecht
zicht. Op het koufront kan het zicht kortdurend sterk teruglopen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI