Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-01-2020 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 30 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 29 januari 2020 om 09.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidflank van een gordel van lagedruk ten zuiden van IJsland
wordt met een stevige westelijke stroming polaire lucht aangevoerd. Een
NW-ZO georiënteerde hoogtetrog trekt overdag oostwaarts over met name
het noordoostelijke deel van de FIR. Vanavond passeert een trekrug,
direct gevolgd door een warmtefrontafloper die over de noordelijke helft
van het aandachtsgebied beweegt. Donderdag trekt een volgende trekrug
noordoostwaarts over het aandachtsgebied waarna de stroming
zuidwestelijk wordt. Direct achter deze trekrug ligt een NW-ZO
georienteerd inactief warmtefront (actueel boven de golf van Biskaje).
Een daarop volgende warmtefrontocclusie bereikt het zuidwesten aan het
einde van donderdagmiddag, waarna zeer vochtige lucht (Td op 2 m rond
10°C) over ons land uitstroomt, in feite een gebied waarin de occlusie
meervoudig ingedraaid is en wat de kenmerken vertoont van een valse
warme sector. In de nacht naar vrijdag bereikt de NO-ZW georienteerde
koufrontocclusie het noordwesten, trekt zuidoostwaarts en ligt
vrijdagochtend boven het midden.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zitten de modellen op één lijn. De buiigheid wordt
in de modellen verschillend berekend, HAP1 en Hirlam beschrijven de
actuele situatie het beste. In de nacht naar donderdag zien we aan de
noordflank van de trekrug, in het verlengde van de warmtefrontafloper,
een signaal voor turbulentie-St. In ditzelfde gebied treedt tevens
convergentie door ontkoppeling op. In HAP1/3 is een realistisch signaal
te zien. Op donderdagavond zien we tijdens en na passage van de
warmtefrontocclusie in alle modellen een sterk St-signaal, de Harmonies
komen met mist. De Td ligt rond 10°C terwijl Tzeewater rond 7°C ligt,
dus in principe is dit wel een situatie waarbij verzadiging opgelegd
lijkt. Er staat wel een stevige wind, ca 40 kn geowind of meer. We gaan
er vanuit dat tijdens de frontpassage en in neerslag slechte zichten
(<1000 m) mogelijk zijn, daarbuiten vooral dichte nevelcondities.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Langs de kust en het IJsselmeer aanhoudend 6-7 Bft. In het noordelijk
kustgebied blijven tot het begin van de middag bij buien (zware)
windstoten rond 75 km/uur mogelijk. Boven land ordegrootte 60 km/uur.
Pas vannacht tijdens passage van de trekrug tijdelijk afnemende wind.

BEWOLKING:
In de polaire lucht cumuliforme bewolking, Cu. Aanvankelijk ook nog Sc
wat tegen de nachtelijke inversie is ontstaan. Verder Cb/TCu, toppen tot
FL200-250 in het noorden, in de loop van de dag van het zuiden uit
afnemend naar FL150. In de nacht naar donderdag zien we in het verlengde
van de warmtefrontafloper St. Op donderdagavond in alle modellen een
sterk St-signaal in de (valse) warme sector. Na passage van de
koufrontocclusie wederom cumuliforme bewolking, Cu.

NEERSLAG:
De meeste en actiefste buien komen voor in de noordoostelijke helft van
de FIR (bovenluchtverstoringen en koudste lucht). In een regime met
15-20 kn effectieve schering en CAPE-waarden tussen 100-500 J/kg is de
convectie-modus multicel, met name in het noorden. Plaatselijk is
korrelhagel en onweer mogelijk, vooral boven het noordoostelijke deel
van het aandachtsgebied. Richting het zuiden en zuidwesten is de
activiteit van de buien minder groot. Bij de warmtefrontafloper en het
hoogte-warmtefront stratiforme regen. Donderdag bij en achter de
warmtefrontocclusie motregen en regen (grotendeels coalescentie).

ZICHT:
Zichtvermindering uitsluitend door neerslag. Donderdag tijdens passage
van de warmtefrontocclusie en in de (valse) warme sector kans op slechte
zichten in dichte motregen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI