Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-12-2019 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 30 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 29 december 2019 om 11.54 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de westflank van een hoog met centrum boven Centraal-Europa voert
een zuidoostelijke stroming continentaal polaire lucht aan. Het
zwaartepunt van het genoemde hoog beweegt vandaag en morgen nog iets
oostwaarts, de stroming wordt hierdoor zuidwest en neemt wat in kracht
toe. Restanten van oude frontale zones bevinden zich momenteel iets ten
noorden van de Wadden (in de analyse getekend als gestippelde frontale
zone) bewegen geheel inactief (qua neerslag) noordoostwaarts. Als gevolg
van de invloed van het hoog heeft ons land de gehele periode met een
subsidentie-inversie te maken waardoor het weer zich volledig in de
grenslaag onder deze inversie afspeelt. Maandagavond bereikt een ZW-NO
georienteerd koufront het noordwesten van de FIR en trekt zuidoostwaarts
richting land. In het noordwesten druppelt echter maandag overdag al
eerder vochtiger en zachtere maritieme lucht (waarschijnlijk na passage
van de restanten van de "glazen" frontjes) het land binnen.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien is de uitvoer consistent en bruikbaar. Modellen hebben
alleen nog moeite met de weergave van lage bewolking (heeft zelfs aan
dek gezeten) bij de frontenrestanten. Verder mist HAP1 de velden
middelbare bewolking die momenteel over het land bewegen. Maandag
overdag zien we een opvallend verschil. Enkel in Hirlam ontstaat er bij
het binnensijpelen van de vochtiger lucht vanuit het noordwesten op
grote schaal stratus. Zowel alle HAP-versies (incl. het Harmonie-EPS,
KEPS) als EC doen hier helemaal niets mee, 's avonds neemt de kans op
nevel in het noordwesten wel toe in deze modellen. Voorlopig doen we
niets met het Hirlam-scenario. Aandachtspunt is tevens de kans op
condensatiegladheid in het noordwesten en noorden komende nacht en
maandagochtend. Dit werd afgelopen ochtend onderschat in de modellen.
Voor een vroege bespreking van mogelijke (vuurwerk)mist rond de
jaarwisseling, zie "zicht".

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vandaag en maandag mogelijk een een 6 Bft in de noordelijke
kustdistricten, in het noorden van de FIR mogelijk een 7 Bft.

BEWOLKING:
Zie ook modelbeoordeling. Nabij de frontale zone boven de Noordzee
actueel veel St-bewolking, de lage St wordt door de modellen gemist.
HAP1 heeft dit het best te pakken. De St zou later vandaag wel de FIR
uit moeten lopen. Verder is er vandaag vrij veel
sluierbewolking/middelbare bewolking aanwezig die in de nacht naar
maandag verdwijnt. Maandag is het vrijwel onbewolkt, alleen in de middag
laat HIR dus vorming van St zien boven het noordwesten.

NEERSLAG:
Droog. Hirlam komt vandaag met wat hele lichte regen in het uiterste
noorden van de FIR, maar deze neerslag valt door een droge laag van >
5000 vt dik, dus dit zal conditioneel weinig tot niets betekenen.

ZICHT:
Vanaf later vanavond weer nevelige condities, ondanks de aanvoer van
drogere lucht zijn er genoeg aerosolen aanwezig om op te condenseren.
Rond de jaarwisseling is de kans op dichte mist momenteel 30-40%, op
basis van het EC-EPS. Het probleem is echter dat de visibility-parameter
nog altijd experimenteel is en daarmee is het lastig om de uitvoer
kwantitatief op waarde te schatten. Uit evaluatie blijkt dat
stralingmist in EC vaak iets te dicht is, maar daarnaast in
werkelijkheid sneller ontstaat en ook langzamer oplost. En de interactie
tussen (sterk verhoogde) aerosolconcentraties en mist wordt niet
gemodelleerd. Synoptisch gezien zijn de omstandigheden met name in de
noordelijke helft (dat blijkt ook kwalitatief uit het EC-EPS) gunstig
voor de ontwikkeling van (zeer) dichte mist rond de jaarwisseling.
Achter het koufront, dat ergens boven het zuiden tot stilstand moeten
komen, ontwikkelt zich boven de noordelijke helft een hoog of rug en in
opklaringen kan hier gemakkelijk stralingsmist ontstaan. Daarnaast is de
aangevoerde polaire lucht met name in de noordelijke helft vochtig
(oorspronkelijk Td rond 5), daar is de wind aanlandig. Boven het zuiden
is het de vraag of wolkenvelden aanwezig blijven, de wind zou hier
aflandig moeten blijven en iets sterker moeten zijn. Geowind 10-15 kn
vooralsnog. Nabij het koufront is juist weer extra vocht aanwezig.

TEMPERATUUR:
Modellen hebben de condensatie afgelopen ochtend onderschat, hetgeen tot
met name in het westen en noordwesten tot gladheid heeft geleid. Komende
nacht en maandagochtend is het risico op condensatiegladheid aanwezig in
het noordwesten en noorden (iets hogere dauwpunten), elders is het
simpelweg te droog.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI