Guidance modelbeoordeling voor Nederland

05-12-2019 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 06 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 05 december 2019 om 10.08 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zwak NO-ZW georiënteerd koufront boven het noordwesten van het land
lost op. Een lagedrukgebied ten zuiden van Groenland trekt oostwaarts en
bereikt vrijdagmiddag de Noorse zuidwestkust, waar het opvult en
opgenomen wordt door een laag voor de Noorse noordwestkust. Van
bijbehorend frontaal systeem bereikt vanavond het warmtefront het
noordwesten en verlaat vrijdagochtend het zuidoosten. Bijbehorend
koufront ligt vrijdagmiddag evenwijdig aan de westkust en passeert
vrijdagavond het zuidoosten. Vrijdagavond bereikt een N-Z georiënteerde
trog (eigenlijk een teruggedraaide occlusie) de westkust en deze verlaat
in de nacht naar zaterdag het oosten.

MODELBEOORDELING:
In de W-O dwarsdoorsnedes van thetaW is te zien dat de fronten
voornamelijk op hoogte passeren. Tot circa 4 graden oosterlengte (dat is
de kustlijn ter hoogte van Schiphol) is er een koude plaklaag aanwezig
die circa 700 meter dik is in de modellen. Pas na passage van de trog
wordt deze laag opgeruimd. De top van de inversie ligt volgens de temp
van vannacht echter lager (rond 400 m). Mogelijk gaat het opruimen dus
sneller dan de modellen nu laten zien, in dat geval zullen de condities
sneller verbeteren en de wind eerder ruimen (wat het opruimen
versnelt).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Gestaag toenemend naar een maximum dat vanavond bereikt wordt: 7 Bft op
de zuidelijke Noordzee tot 8 Bft ten noorden van EHPG. Zware windstoten
van circa 80 km/u zijn dan mogelijk aan de kust, dat is in het
winterseizoen te weinig voor code geel. De 8 Bft verdwijnt in de nacht
naar vrijdag, al laat HAP1 op het koufront nog enkele plekken zien waar
opnieuw 8 Bft berekend wordt. Dit zijn de plekken waar het model een
onstabiele opbouw heeft boven zee.

BEWOLKING:
Het mistveld gaat geleidelijk over in St beneden 500 vt door
windtoename. Afhankelijk van hoe snel de koudeplaklaag opgeruimd wordt
kan een groot deel van het land te maken blijven houden met St tot de
passage van de trog. Bij de trog Cb's met toppen tot FL250. Achter de
trog Cu met toppen FL060 door subsidentie op nadering van een trekrug.

NEERSLAG:
Op nadering van het warmtefront van het noordwesten uit perioden met
regen. Dit houdt aan tot de passage van de trog, waar buien bij
voorkomen. De hoogste CAPE-waardes bij deze trog bevinden zich boven zee
met circa 500 J/kg. De noordwestkust en het IJsselmeer volgen met
200-400 J/kg. Elders zijn de CAPE-waardes veel lager. Met een schering
van 20-30 kn is er wel enige organisatie mogelijk. Onweerskansen zijn
het grootst in de kustprovincies vanwege het relatief warme zeewater,
met name de noordwestkust en het IJsselmeergebied.

ZICHT:
Op de meeste plaatsen is mist aanwezig. Boven de Maasvlakte is een nieuw
gebied ontstaan, waardoor de verbeterde zichten boven Zeeland
Zuid-Holland nog niet hebben kunnen bereiken. Het mistgebied verplaatst
noordnoordoostwaarts met gemiddeld 8 knopen, maar de effectieve
verplaatsing is langzamer door het ontstaan van nieuwe mist aan de
zuidflank zoals op de Maasvlakte gebeurde. De zichten in het mistveld
zelf lopen geleidelijk op door de geleidelijk aantrekkende wind. Komende
nacht zouden de zichten buiten neerslag aanzienlijk beter moeten zijn
dan nu.

TEMPERATUUR:
Alleen in het uiterste zuidoosten worden nog wegdektemperaturen beneden
het vriespunt verwacht. Hier zijn de wegen droog, dus de kans op
gladheid is niet heel groot (hoogstens condensatiegladheid).



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI