Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 28 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 27 november 2019 om 04.47 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostflank van een lagedrukgebied boven het zuidwesten van Ierland
is de stroming in onze omgeving zuidelijk. Het actieve laag (met daarin
het restant van een tropische storm) trekt oostwaarts, passeert in de
nacht naar donderdag het zuiden van Engeland en zal donderdagochtend het
zuidwesten van de FIR bereiken. Donderdag overdag trekt het hoofdlaag
noordoostwaarts via de Wadden naar de Duitse Bocht. We bevinden ons in
een brede warme sector. In de warme sector bevindt zich nog een
constructie (waarschijnlijk een WCB, getekend als een occlusie). Een
golf (actueel boven noordwest Frankrijk) in het koufront passeert
woensdagochtend, waarbij het koufront van het zuiden uit in een W-O
orientatie over Nederland trekt, in de grenslaag blijven we dan in
maritiem tropische lucht. Woensdagmiddag volgt een (hoogte)trog. In de
avond nadert van het zuidwesten uit eerdergenoemd laag, waarop een CAD
(behorend bij een hoogtetrog) is ingelopen. Aan de zuidkant van het
hoofdlaag trekt een secundaire kern noordoostwaarts. Nabij het laag
trekken eveneens ingedraaide occlusies over de noordwestelijke helft
oostwaarts. Donderdag overdag trekt een NO-ZW georiënteerde occlusie
zuidoostwaarts en bereikt aan het einde van de middag het inactieve
polaire koufront (ongeveer theta-w 850 hPa 5 C) het noordwesten. Ten N
van het koufront wordt met een noordelijke stroming drogere polaire
lucht aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Grootschalig is de uitvoer consistent, maar op details zijn er
verschillen, met name in de grenslaag. Actueel (00-04 UTC) is de basis
in alle uitvoer te hoog, qua ruimtelijke verdeling lijkt de HAP1 uitvoer
het beste. De verschillen in de baan van de hoofdkern en ook het
secundaire laag zijn verder afgenomen, maar de hoofdkern komt in de Hir
uitvoer nog steeds wat zuidelijker uit dan in de overige uitvoer. In de
passage van de occlusie van donderdag is er nu nog een timingsverschil
van enkele uren tussen de Hir uitvoer en de rest waarbij de occlusie in
de Hir uitvoer het snelst komt. We gaan uit van de timing van de overige
uitvoer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
6 Bft in de kustdistricten, 7 Bft bij Dover. Woensdagmiddag/avond en in
de nacht naar donderdag waarschijnlijk 7 Bft als de gradient toeneemt
bij het passerende laag met een duidelijk signaal voor 41 kn
uitschieters langs de zuidwest- en later westkust, voorlopig gaan we er
vanuit dat deze niet boven land voor zullen komen. In de nacht naar
donderdag is de wind flink vlagerig tot ver landinwaarts. Donderdag
tussen de occlusie en de passage van het koufront tijdelijk afnemende
wind. Na koufrontpassage van het noordwesten uit wederom N-NW 6-7 Bft in
de noordelijke FIR.

BEWOLKING:
In de div uitvoer nog steeds een wat te hoge basis van de St. Achter het
koufront geleidelijk overwegend betere condities met Cu/Sc maar bij de
occlusies (vooral donderdag overdag) lokaal nog steeds kans op St.
Achter het koufront tevens TCu, toppen tot ca. FL100. Met name in het
westen ook CB's, toppen overwegend tot FL200-FL250.

NEERSLAG:
De uitvoer is tot en met woensdag consistent. Na passage van het
koufront enkele meest geisoleerde buien. Bij de occlusies buien of zones
met buiige regen. De meeste buiigheid is single cell type. Onweer is
vooral boven de Noordzee en in de kustgebieden niet uit te sluiten. De
onzekerheid in de timing van de occlusie van donderdag zorgt voor een
onzekerheid in de neerslag. In totaal valt tot en met donderdagavond
(inclusief wat er vanaf woensdag 00 UTC al gevallen is) circa 20 mm, het
meest in het noorden en westen.

ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Uitvoer is min of meer goed. Vrijwel geen dagelijkse gang.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI