Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 12 juli 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 11 juli 2016 om 18.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex lagedrukgebied boven het zuiden van Noorwegen vult op. Aan
de zuidwestflank van het laag hebben staat een krachtige zuidwestelijke
stroming waarin een kortgolvige verstoringen af en toe voor oplevende
buiigheid zorgen. Morgen neemt de luchtdrukgradiënt sterk af maar ligt
het aandachtsgebied stroomafwaarts van een volgende kortgolvige
hoogtetrog met enige dynamische forcering. Samen met een afkoelende
bovenlucht (T500 ± -20 °C) zorgt dit morgenmiddag vooral in het
binnenland voor onweersbuien, morgenmiddag vooral in het binnenland.

MODELBEOORDELING:
De gronddrukpatronen vertonen slechts kleinschalige verschillen.
Belangrijkste forceringen zijn de langstrekkende zwakke hoogtetroggen in
combinatie met de dagelijkse gang. Morgen als de onstabiliteit is
toegenomen zien we dat Hirlam en EC de convectie 1 tot 2 eerder laten
opleven dan Harmonie, al in de tweede helft van de ochtend. Meeste
activiteit loopt duidelijk mee oostwaarts met de hoogtetrog. Meeste
onweersbuien lijken in het uiterste oosten te gaan voorkomen. Rond de
tijd dat de convectie opgang komt liggen de hoogste waarden voor de
effectieve shear al boven Duitsland en ook daar de hoogste Cape. Dit
lijkt iets oostelijker dan de vorige runs. Ook wat betreft de wind zijn
de modellen tamelijk eenduidig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
De wind neemt vanavond af. Bij buien dinsdag uitschieters tot maximaal
35 kn. In de kolom staat circa 30 kn bovenwind, precipitation loading
speelt waarschijnlijk ook mee.

BEWOLKING:
In de noordelijke FIR eerst nog St. Vooral in het noorden van het land
een enkele TCu met toppen rond FL100. Morgenochtend kan boven land eerst
wat St wordt gevormd (in het westen ten gevolge van convergentie op de
kust), daarna al snel cumuliforme bewolking en met de toenemende
onstabiliteitsdiepte geïsoleerde tot geclusterde Cb's met toppen tot
FL300. In het noordwesten liggen de temperaturen lager daar aanlandige
wind en is de buienkans aanmerkelijk kleiner.

NEERSLAG:
Vooral in het noorden nog enkele buitjes uit TCu. Morgen regen- en
onweersbuien. Forcering vooral door PVA stroomafwaarts van de hoogtetrog
en deels ook thermisch. Convectiemodus is overwegend multicell met
effectieve shear tussen 20 en 30 kn in het oosten. SBCAPE bedraagt
maximaal ongeveer 700-1000 J/Kg, de klasse 1000-1500 J/kg valt nu net
over de oostgrens. Kans op onweer is behoorlijk groot (ook als ze in
Duitsland vallen) (toptemperaturen < - 30 C), indices/modeluitvoer geven
dit ook aan. PW (< 30 mm) is niet bijster hoog en treksnelheid is
redelijk (25 kn op 700 hPa) dus overvloedige neerslag lijkt niet
waarschijnlijk, al kan het lokaal natuurlijk wel even behoorlijk
doorregenen. Hagelkansen zijn groot, maar zou gezien de hoeveelheid CAPE
beperkt moeten blijven tot < 2 cm.

ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: tolvd
Bron: KNMI