Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-10-2019 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 05 oktober 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 04 oktober 2019 om 06.06 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten noordwesten van Ierland (restant van Lorenzo)
trekt gedurende de dag snel opvullend naar het zuiden van Engeland. Ten
zuidoosten van dit systeem is een frontale zone ontstaan. In de frontale
band zien we de komende uren boven Midden-Engeland een aparte
lagedrukkern tot ontwikkeling komen die overdag via de zuidelijke
Noordzee en het midden van ons land oostwaarts beweegt en ter hoogte van
Gelderland het land tegen de avond verlaat. De NW-ZO georiënteerde
frontale zone boven het uiterste zuidwesten kantelt langzaam naar een
west-oost oriëntatie en beweegt naar het midden van het land. Ten
noorden van laag/vore blijft overdag met een oostelijke stroming de
polaire lucht aanwezig, ten zuiden van het laag is de stroming westelijk
en wordt er tijdelijk zachtere lucht aangevoerd. Na het passeren van het
laagje wordt de frontale zone naar het zuiden weggeduwd waardoor ook het
zuiden van het land weer in de polaire lucht terecht komt. In de loop
van zaterdag ontwikkelt zich een rug boven ons land. Aan de zuidflank
hiervan loopt in de nacht naar zaterdag echter vanuit het Skagerrak nog
een zwakke trog zuidwestwaarts over het noordelijk deel van de FIR.

MODELBEOORDELING:
De modellen zijn behoorlijk eensgezind over de koers van het laag.
Alleen Ha36 komt een fractie zuidelijker uit dan de overige modellen.
Qua neerslag zien we de gebruikelijke verschillen, waarbij EC en met
name Hirlam de voorste frontale neerslag iets sneller naar het
noordoosten laten lopen. De hoogste neerslagsommen tussen vrijdag 00 UTC
en zaterdag 00 UTC lijken weggelegd voor de zuidelijke helft, waarbij de
convectieve component in Harmonie lokaal 20-30 mm oplevert in het
zuidwesten en zuiden. Alle modellen laten deze convectieve component in
de neerslag zien ten zuiden van de occlusieband.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanochtend zien we aan de voorzijde van het laag in de westelijke
kustdistricten en op het IJsselmeer seinen voor 6 Bft uit een
zuidoostelijke richting. Na passage van de frontale zone in het
zuidwestelijk kustgebied aan de zuidzijde van het laag nog een 6 Bft uit
een westelijke richting. Vanmiddag verdwijnen de seinen.

BEWOLKING:
In de frontale zone op uitgebreide schaal ST. Wellicht ontstaat deze
erder dan de modellen laten zien, we zien dat vaker bij frontale
neerslag. Enerzijds komt dit door doorvallende neerslag, anderzijds ook
door convergentie van vochtige lucht. In het noordelijk deel van de FIR
op de Noordzee blijven enkele Cb's waarschijnlijk. Ten zuiden van het
laag wordt de lucht onderin onstabiel en ontwikkelen zich enkele Cb's
met toppen tot FL120-150. In de loop van de avond beweegt de frontale
bewolking geleidelijk naar het zuiden terwijl de opklaringen boven het
noorden zich zuidwaarts uitbreiden. In Zuid-Limburg is dan nog geruime
tijd stratus aanwezig. Ander aandachtspunt is evt. advectieve ST uit
Noord-Duitsland en de vorming van turbulentie ST zaterdagochtend.

NEERSLAG:
In de noordelijke helft van de FIR boven de Noordzee blijft de kans op
een enkele bui bestaan. Mogelijk dat geleidelijk ook inzaaiing door
frontale bewolking hierbij een rol kan spelen. Verder regen op nadering
en passage van de frontale zone, verder noord van de frontale
voornamelijk door opglijding. Aan de zuidzijde van de vore wordt de
neerslag later in de ochtend en vanmiddag ook buiig van karakter, bij
beperkte CAPE-waarden van 70-100 J/kg en schering in de orde van 20 kn
(multicel). De neerslaghoeveelheden liggen vrijdag in de ordegrootte van
5-15 mm. Lokaal kan met name in het zuidwesten meer vallen als er een
paar buien overtrekken. De frontale neerslag verlaat het uiterste
zuidoosten pas aan het begin van de nacht naar zaterdag.

ZICHT:
In de polaire lucht buiten de buien om goede zichten. In de frontale
neerslag matige, mogelijke slechte zichtcondities, vooral nabij de
lagedrukkern. In de nacht naar zaterdag zijn evt. mist(banken) een
aandachtspunt.

TEMPERATUUR:
Noord van het laag in de frontale neerslag niet warmer dan 10 a 11°C,
in langdurige neerslag teruglopend naar 8-9 graden. Zuid van de vore
wellicht nog 15°C. Komende nacht in het noorden/noordwesten mogelijk
vorst aan de grond.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI