Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op woensdag 26 juni 2019 om 04.21 uur

Geldig van vrijdag 28 juni tot woensdag 10 juli

Synoptische ontwikkeling:
Tot en met het einde van de maand houden we een geblokkeerd patroon en
domineren hogedrukgebieden in onze omgeving, waarbij het zwaartepunt van
de hogedruk zich geleidelijk oostwaarts over onze omgeving begeeft.
Hierdoor is de stroming aan de grond aanvankelijk noordelijk waarmee
minder warme lucht wordt aangevoerd en later juist aflandig waarmee
opnieuw zeer warme lucht wordt aangevoerd. Vanaf het begin van de
volgende maand lijkt de blokkade tijdelijk plaats te maken voor een
zonale stroming, waarbij lagedrukgebieden plaats nemen boven het het
noorden en noordoosten van Europa en de hogedrukgebieden zich
terugtrekken naar het Middellandse Zeegebied en de Azoren. Al vrij snel
zien we echter een uitloper van het Azorenhoog afbreken en richting
Groot-Brittanni? bewegen, wat bij ons opnieuw resulteert in een
noordelijke stroming met de aanvoer van minder warme lucht. In de tweede
helft van volgende week komt het zwaartepunt van de hogedruk dichtbij of
boven onze omgeving terecht waardoor de stroming en dus de aard van de
aangevoerde lucht onzeker worden; blijft het centrum ten westen van ons
dan houden we een koelere noordelijke stroming, komt het centrum boven
ons of ten oosten van ons terecht dan wordt de wind aflandig en wordt er
duidelijk warmere lucht aangevoerd.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Synoptisch gezien is de onzekerheid tot het einde van de periode vrij
klein, de verschillen in de stroming en de aangevoerde lucht zijn echter
wel groot als gevolg van kleine verschillen in de exacte positie van de
centra van de hogedrukgebieden. Een meer westelijke ligging resulteert
in een noordelijke stroming en aanvoer van minder warme lucht, een meer
noordelijke (of zelfs oostelijke) ligging in een aflandige stroming en
aanvoer van (zeer) warme lucht. Aan het begin van volgende maand gaan
alle ENS-leden voor een koele noordelijke stroming, gedurende de periode
echter neemt het aantal ENS-leden dat een variabele of aflandige wind
geeft met oplopende temperaturen geleidelijk toe tot zo'n 30%. Ook het
aantal ENS-leden dat een meer zonaal patroon en wisselvalliger weertype
laten zien neemt dan geleidelijk toe tot zo'n 20%.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Tot het einde van de maand zonnig en droog, met temperaturen die in het
weekeinde oplopen tot tropische waarden. Begin volgende week overgang
naar een licht wisselvallig weertype met temperaturen rond of net boven
normaal.

Samenvatting EPS-periode:
Licht wisselvallig tot meest droog, met temperaturen rond of net onder
normaal en een neerslagkans in de orde van 20-30%. In de loop van de
periode geleidelijk toenemende kans op temperaturen boven normaal.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI