Guidance modelbeoordeling voor Nederland

07-06-2019 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 08 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 07 juni 2019 om 05.30 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een actief laag boven de de Golf van Biskaje trekt noordoost en ligt
vanmiddag bij Bretagne. Onze omgeving bevindt zich aan de voorzijde van
een grootschalige hoogtetrog, met ons land gedurende de middag en avond
tevens onder de linkeruitgang van een jetstreak. In de loop van de
ochtend trekt van het zuiden uit een diffuus warmtefront het land
binnen, waarna in een zuidoostelijke stroming continentaal tropische
lucht het land binnenstroomt (Td2m tot 15 C). In de warme lucht ontstaat
waarschijnlijk een W-O georiënteerde thermische vore, zuid hiervan
draait de wind naar zuid. Het koufront bereikt Zeeland rond 15 UTC en
trekt gedurende de avond van zuidwest naar noordoost over het land en
verlaat rond 21 UTC het uiterste noordoosten. Het laag trekt in de nacht
over East-Anglia en beweegt overdag over het midden van de Noordzee
richting Noorwegen. Een occlusie die om de lagedrukkern heen gedraaid is
schampt in de nacht naar zaterdag de westkust. Een tweede deel van de
ingedraaide occlusie beweegt zaterdag overdag over het westen en noorden
van het land. In de loop van de avond verlaat de occlusie het noorden
van het land.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de passage van het koufront en de buienlijn later
vanmiddag en eerste helft van de avond en de harde (gradient)wind bij
het laag op zaterdag. Voor wat betreft de buien voor het koufront uit
liggen de beide Harmonies redelijk op een lijn en hebben zoals
gebruikelijk de meest extreme windstoten en hoeveelheid neerslag. Hirlam
is een uur eerder met de buien, waarschijnlijk omdat hier de buien in de
vore ontstaan, de beide Harmonies doen dat meer op de outflow van de
buien die op het koufront zelf zitten. Ook voor de locatie en koers van
het laag zitten de modellen redelijk op een lijn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vandaag zien we zowel voor als na het koufront een 6 Bft, eerst met name
wat verder buitengaats. De aandacht gaat echter uit naar de zware,
mogelijk zeer zware windstoten bij de onweersbuien voor het koufront
uit. Gegeven de relatief droge grenslaag van 5000 vt dik, en de wind in
het profiel van ca. 35, lokaal 40 kn, lijken zware windstoten
waarschijnlijk t.g.v. afkoeling door verdamping en neerwaarts
impulstransport. Deze zullen voorkomen bij relatief geïsoleerde
(super)cellen en in een later stadium vooral bij het gust front. Ook in
de modellen is de duidelijke afkoeling in de koude poel te zien; in
korte tijd daalt de temperatuur van 20-25 C naar 14-15 C. Harmonies
berekenen op uitgebreide schaal rond 45 knopen, hier en daar rond 50 kn.
T.g.v. van een eventuele rear inflow jet kunnen de windstoten zeer
lokaal nog hoger uitvallen, de modellen komen zeer lokaal tot 65 kn.
Deze waarden lijken gezien de ingrediënten realistisch. Tweede
aandachtspunt is het de wind op zaterdag. In de nacht naar zaterdag en
zaterdag overdag geven alle modellen op zee en op het IJsselmeer ZW 8
Bft. De Harmonie 36 en nu ook Hirlam tippen in de westelijke
kustdistricten in de ochtend soms net even aan de 9 Bft. Met zulke
gemiddelde winden zijn de berekende windstoten van 75-90 km/uur op de
kust ook reëel. landinwaarts zouden de uitschieters ook net even aan de
75 km/uur kunnen tippen, EC doet dit op uitgebreide schaal, hetgeen
veroorzaakt wordt door het feit dat EC een grotere vlaagfactor hanteert
dan de andere modellen. Hirlam laat alleen in de Limburgse heuvels
uitschieters toe tot iets boven de 75 km/uur. De beide harmonies houden
de zware windstoten beperkt tot de kustgebieden.

BEWOLKING:
De belangrijkste bron van lift zal vanmiddag in eerste instantie komen
van de outflow (koudepoel) van de buien op het koufront. Dit is goed te
zien wanneer je de T2m en de gust bekijkt in relatie tot waar de buien
van het koufront zelf zich op dat moment bevinden. Gezien deze sterke
forcering, en het onstabiele karakter van het profiel, lijkt initiatie
een opgelegde zaak. De PVA t.g.v. de hoogtetrog en de linkeruitgang van
de jetstreak zorgen voor grootschalige optilling, waardoor de inversie
in combinatie met dagelijkse gang verdwijnt (dit is duidelijk te zien in
de progtemps). De opbouw wordt dan onstabiel met een convectieve basis
rond 5000 vt, en een EL rond FL300/320. De SBCAPE in Hirlam loopt in de
warme sector op tot 1000-1500 J/kg, dit wordt ondersteund door HARM40
EPS. Overigens zijn de profielen boven de 5000 vt redelijk vochtig (PW
rond 30 mm), dus entrainment zal niet heel veel impact hebben. Opvallend
is wel de vrij diepe droge laag in de onderste 5000 vt. In de nacht naar
zaterdag vlakbij het laag boven zee St, mogelijk onder 500 vt, zoals
door de Harmonies en zelfs EC wordt berekend. Verder ook natuurlijk veel
frontale bewolking bij de occlusie. Overdag in het de zuidoostelijke
helft ook opklaringen en ook enkele Cb/TCu's tot max FL100. Later in de
middag en avond van het zuiden uit opklarend.

NEERSLAG:
Kijkend naar de CAPE en windschering, hebben we te maken met multicel-
tot supercelmodus. Gegeven de lijnvormige forcering lijkt
multicel/lijnvorming (squall) waarschijnlijk. Echter de wind is in de
gehele kolom zuidelijk; dit is tamelijk haaks op de oriëntatie van de
forcering. Hierdoor zullen vooral in eerste instantie individuele cellen
relatief makkelijk nog geïsoleerd blijven (in tegenstelling tot een
windprofiel dat parallel staat op de forcering, dan zullen de cellen
heel snel gaan interacteren en een aaneengesloten lijn vormen). Als dit
gebeurt is tijdelijke ontwikkeling tot supercel zeker mogelijk. In een
later stadium, als het systeem meer is opgelijnd (de relatief hoge
windschering in de 0-3 km-laag is daarbij gunstig), is boogvorming een
risico (wederom geholpen door de loodrechte oriëntatie van de wind in
de kolom). Harm36 geeft ook een dergelijk signaal, tevens herkenbaar aan
de bijbehorende sterke uitschieters t.g.v. de rear inflow jet. De
CAPE-waarden zijn met 1000-1500 niet extreem hoog, maar genoeg voor
hagel. Hagel tot 2 cm zal hoogstwaarschijnlijk gaan voorkomen. Als er
(vooral initieel) sprake is van geïsoleerde cellen die de ruimte
krijgen om zich goed te ontwikkelen, is 2-4 cm zeer lokaal zeker
mogelijk. Het systeem beweegt zich haaks op de oriëntatie, en heeft een
vrij hoge treksnelheid. PW is met 30 mm matig, niet extreem hoog.
Harmonie komt met 10-15 mm in korte tijd, mogelijk lokaal iets meer. Dit
lijkt realistisch, maar is vrij ruim beneden het oranje-criterium. Bij
de occlusie zien we banden met lichte tot matige (soms buiige) regen.
Zaterdag overdag in de zuidoostelijke helft ook een enkele losse bui.


ZICHT:
Overwegend goede zichtcondities. In neerslag matige matige, in
intensieve buien mogelijk slechte zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Vanmiddag voor het koufront uit met een ZO-stroming hogere temperaturen;
tot 26°C in het oosten en zuidoosten. Achter de buienlijn en het
koufront sterk dalend. Tx zaterdag van 14°C in het noordwestelijk
kustgebied tot lokaal nog 19°C in het zuidoosten.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI