Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-02-2019 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 01 maart 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 28 februari 2019 om 11.19 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een westelijke stroming voert geleidelijk vochtigere lucht aan. Van het
zuidwesten uit trekt een restant van een zwakke frontale storing het
land in die in de avond west-oost georienteerd over het noorden van ons
land tot stilstand komt. Tegelijkertijd trekt een zwak front tegen het
noorden van het land nog iets zuidwaarts. In de nacht naar vrijdag
beweegt er een kleinschalig lagedrukgebied (zowel aan de grond als op
hoogte) over ons land oostwaarts, waarna beide fronten op de westflank
van het laag in de nacht naar vrijdag en vrijdagochtend langzaam naar
het zuidoosten bewegen. Van het westen uit nadert dan een rug van hoge
druk.

MODELBEOORDELING:
Voor wat betreft de positie en timing van de fronten zijn de verschillen
maar klein. De activiteit stelt weinig voor. Dat verandert
donderdagavond en in de nacht naar vrijdag, als de hoogtetrog/hoogtelaag
met tijdelijk koudere bovenlucht passeert. Modellen geven dan een
versterkt en enigszins buiig signaal boven vooral het zuiden en midden
van het land.
Harmonies geven lage bewolking vrij goed weer, hoewel ze in eerste
instantie overdreven. Hirlam onderschat de lage bewolking duidelijk. Met
het zuidoostwaarts trekken van de lage bewolking is HAR36 het traagst.
Timing van de andere drie modellen komen goed overeen en wordt dan ook
als uitgangspunt genomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de eerste helft van de middag zien we aan de zuidoostflank van het
kleinschalige laagje in alle modellen in meer of mindere mate boven de
zuidelijke Noordzee een 6 Bft tevoorschijn komen.

BEWOLKING:
Op en aan de zuidzijde van het zwakke front tegen het noorden van ons
land stratus, deze trekt langzaam nog iets verder zuidwaarts maar
vervolgens stagneren door de ontwikkeling van het laagje ten westen van
ons. Van het zuidwesten uit is de bewolking toegenomen op passage van de
zwakke frontale storing. Vooral hoge en middelbare bewolking. Erachter
wordt ook lagere bewolking aangevoerd. Donderdagavond en vrijdagnacht
ontstaat overal meer en meer stratus. Pas als de stroming na passage van
het noordelijke koufront naar het noorden draait, zal de basis van het
noorden uit stijgen en komen er enkele opklaringen. De Limburgse heuvels
raken de stratus pas vrijdagmiddag kwijt. Later vanavond en in de nacht
naar vrijdag mogelijk enkele ingebedde Cb's in het zuiden met toppen tot
FL180. Niet helemaal uitgesloten is dat de toppen nog iets hoger kunnen
komen tot FL220.

NEERSLAG:
Neerslagactiviteit is op beide fronten niet (of nauwelijks) aanwezig.
Pas later zien we in de modellen lokaal lichte regen, wat mogelijk nog
te zwaar aangezet is. Vanavond en met name in de nacht naar vrijdag zuid
van het front kans op buiige regen. Hap2 komt zelfs met ontladingen
boven België en Frankrijk en een enkele boven het zuiden van ons land
maar dit model heeft als gevolg van teveel graupel een te groot signaal.
Progtemps van Beek laten een onstabiele opbouw zien met weinig schering
en maximaal 200 J/kg aan CAPE. Met een temperatuur aan de top van de bui
van -30°C is een klap onweer niet geheel uit te sluiten.

ZICHT:
Meest matig zicht, in het noorden en westen slecht. Ook in de frontale
neerslag donderdagmiddag en -avond mogelijk matige zichten. Kans op
stralingsmist (verkeersbelemmerend) is klein. Als het ergens tot mist
komt dan in de frontale zone waarbij de St tot aan dek kan komen waarbij
het zicht dan tot onder de 1000 meter kan zakken. Beide Harmonies geven
dit aan, maar overdrijven dan met zichten die tot onder de 200 meter
komen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI