Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 16 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 15 januari 2019 om 00.52 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een hoog bij de Azoren en een randstoring, 00 UTC tussen IJsland
en Schotland, staat er in ons aandachtsgebied een westelijke stroming.
Begin van de nacht naar dinsdag passeert een trekrug. Restanten van een
occlusie bewegen in de loop van dinsdagnacht oostwaarts over het land.
We zien daarmee de dauwpunten langzaam oplopen. Een warmtefront trekt in
de loop van de nacht en dinsdag overdag oostwaarts over de FIR. Boven
land gaat dit door een koude plaklaag wat trager, maar uiteindelijk komt
dinsdagavond het hele land in de warme sector terecht. Woensdag overdag
blijven we in de warme sector, in de loop van de middag nadert van het
westen uit een koufront, 18 UTC wordt het koufront nabij de westkust
verwacht. Op nadering van het koufront draait de stroming naar zuidwest
en neemt deze in kracht toe.

MODELBEOORDELING:
Op de occlusie kan er lokaal wat lichte (mot)regen vallen, Ha36 berekent
in het gehele land een signaal, overige modellen beperken dit tot het
noorden. Kijkend naar de actualiteit kunnen we dat onderscheid niet
maken. Verder zien we vooral verschillen in de berekende wolkenbasis.
Ha36 en Hirlam geven op het warmtefront, hoofdzakelijk gekoppeld aan de
motregen. Dit lijkt realistischer dan de oplossingen van EC en H40 waar
op het warmtefront helemaal geen neerslag berekend wordt. De timing van
het koufront van woensdagavond is in alle modellen vrijwel dezelfde.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de warme sector geleidelijk langs de gehele kust een 6 Bft uit
zuidwestelijke richtingen. Woensdag op nadering van het koufront
waarschijnlijk 7 Bft.

BEWOLKING:
Op de occlusie, en ook nabij en achter het warmtefront Sc bewolking (zie
modelbeoordeling). In het oosten en zuidoosten geeft met name Ha36 een
indicatie voor turbulentie St. Dit is een realistisch scenario met de
huidige afkoeling, gevolgd door enige windtoename in de nanacht en
ochtend. Op het front met name landinwaarts St. Dieper in de warme
sector met een aantrekkende wind overwegend Sc, maar vooral in motregen
kans op aanmaak van St. Op het koufront een dik gelaagd pakket. Met de
harde wind en de relatief lage dauwpunten lijken de kansen op St klein.

NEERSLAG:
Bij de occlusie, tevens bij en achter het warmtefront lokaal (mot)regen.
In de warme sector blijft de kans op lokaal motregen bestaan. Op het
koufront laten alle modellen een smalle regenzone zien, met een stabiele
opbouw.

ZICHT:
Uitstekend zicht. Bij het warmtefront mogelijk matig, in motregen
mogelijk slecht. Op het koufront mogelijk matig zicht.

TEMPERATUUR:
Vanavond zagen we de temperatuur in de oostelijke helft vrij snel dalen
tot dicht bij het vriespunt. Vannacht is daar lokale gladheid door
bevriezing dan ook niet uitgesloten. Wel is het zo dat in de loop van de
nacht de Sc van het westen uit toeneemt (occlusie). Ook valt de wind,
mede door de bewolking maar vooral ook door een toenemende
drukgradiënt, niet helemaal weg; de geowind neemt in de nacht snel toe
naar 30 knopen of meer. Dit alles zorgt ervoor dat de wegdektemperatuur
alleen in de oostelijke helft waarschijnlijk lokaal onder nul komt. We
gaan er nu van uit dat de wegen op meerdere plaatsen nog nat kunnen zijn
ten gevolge van de buien van vandaag.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI