Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 23 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 22 december 2018 om 23.31 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In ons aandachtsgebied staat een westelijke stroming. De aangevoerde
lucht is polaire van oorsprong. Overdag komt ons aandachtsgebied
tijdelijk onder de invloed van een zwakke rug. Op de Atlantisch Oceaan
bevinden zich diverse frontensystemen. Een tweetal warmtefronten komen
vanuit het zuidwesten naderbij. In beide fronten ontstaat een
warmtefrontafloper. Deze warmtefronten bewegen overdag over het noorden
van Frankrijk (het zuidelijke front) en het noordelijke front tezamen
met een afgesloten laagje over midden-België OZO-waarts. Doordat zich
tegelijkertijd een hoog boven de Britse Eilanden vormt zal het front
vervolgens met een naar noord draaiende stroming zuidwaarts gaan
verplaatsen. Een zwak koufront trekt in de nacht naar maandag nog over
Denemarken en het oostelijk deel van de Noordzee zuidwaarts en kan
wellicht nog het Noordoosten en oosten beïnvloeden. Maandag overdag
verplaatst het centrum van het hoog zich geleidelijk richting
Midden-Europa maar houdt wel een rug richting de Britse Eilanden.

MODELBEOORDELING:
De passage van de warmtefrontafloper met het bijbehorende laagje over
België wordt door alle modellen eensluidend berekend, zowel in timing
als positie. Aan de oostflank van het hoog kan zondagavond en in de
nacht naar maandag boven de Noordzee een enkele lichte bui tot
ontwikkeling komen, hetgeen in de Harmonies beter tot uitdrukking komt
dan in Hirlam en EC.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Vrij veel bewolking Sc/Cu met in het uiterste oosten eerst nog enkele
Tcu's. Later vannacht en in de ochtend is in het zuidoosten
turbulentiestratus niet helemaal uit te sluiten. Overdag van het
(zuid)westen uit toenemende en dikker wordende bewolking op nadering van
het warmtefront. Doordat het grondfront ten zuiden van ons blijft zal de
echt lage stratus ons in de avond niet bereiken, al moeten we daar voor
bij de zuidgrens wel op bedacht zijn. In de avond en in de nacht naar
maandag zien we op de Noordzee nog enkele TCu met toppen tot ca. FL100.
Maandag overdag zien we door het opbouwende hoog een subsidentie
inversie ontstaan waardoor er uitspreidende Sc-bewolking ontstaat.
Verder zien we in de nacht naar maandag boven het noorden van Duitsland
bij het zwakke koufront nog stratus ontstaan, mogelijk kan deze het
uiterste oosten nog schampen. In het zuidoosten kan maandagochtend ook
nog stratus ontstaan, in de Limburgse Heuvels ook a.g.v. stuw in de
zwakke noordelijke stroming.

NEERSLAG:
In het uiterste oosten en noordoosten aanvankelijk nog een enkele lichte
bui. Overdag eerst op de meeste plaatsen droog, in de middag en avond
vooral in het midden en zuiden regen, in het (uiterste) noorden mogelijk
droog of anders slechts lichte (mot)regen. We zien echter ook nog dat de
Cu-bewolking met de toppen in het ijs van de frontale bewolking steken
waardoor er op deze manier nog kleine buitjes ontstaan. In de avond en
de nacht naar maandag nog een enkele bui vanaf de Noordzee. Maandag
overdag lijkt de bewolking toch echt te ondiep te worden om nog neerslag
te produceren.

ZICHT:
Vannacht goede zichten, in de ochtend in het oosten en zuidoosten lokaal
mogelijk nevel. In de frontale neerslag later in de middag en avond
teruglopende zichten. Doordat we in de polaire lucht blijven worden de
zichten echter niet heel slecht. Maandag goede zichten, alleen in de
ochtend lokaal nevel.

TEMPERATUUR:
Tot maandag overdag geen bijzonderheden. Maandagavond snel dalende
temperaturen, richting middernacht mogelijk rond het vriespunt.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI