Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 27 september 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 26 september 2018 om 19.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordflank van een O-W georienteerde rug met de as boven België,
bevindt ons land zich in een zuidwestelijke stroming waarmee van
oorsprong maritiem polaire lucht wordt aangevoerd. Op hoogte is een
warmtefront inmiddels al gepasseerd, aan de grond ligt een zwak ONO-WZW
georienteerd warmtefront nagenoeg stationair boven het noordwesten en
noorden van ons land. Ten noorden van dit zwakke warmtefront is de lucht
zachter en vochtiger. Morgen overdag komen we tijdelijk meer onder
invloed van een oostwaarts trekkende depressie boven de Noorse Zee,
waarvan het bijbehorende koufront in de loop van de middag als een
dubbelconstructie het noordwesten van de FIR zal bereiken. Het eerste
grondkoufront bereikt dan in de loop van de avond het noordwesten, het
tweede pas in de loop van de nacht naar vrijdag. Beide fronten trekken
zuidoostwaarts en in de loop van vrijdagochtend bereikt het achterste
koufront pas het zuidoosten van het land. Achter het laatste koufront
wordt, met een op nadering van een nieuw hogedrukgebied boven Ierland
naar noord draaiende wind, duidelijk polaire lucht aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn er geen grote verschillen, wat betreft het weer
in de grenslaag zijn deze er wel en dan vooral voor vannacht en in de
eerste helft van de ochtend. Duidelijk is dat in het noorden en westen
van het land bij en achter het warmtefront de meeste vocht aanwezig is
en dat door uitstraling de zichten kunnen teruglopen. Daarnaast is er
door de ontkoppeling ook enige kustconvergentie aanwezig. Deze
combinatie resulteert in HIR en EC tot een duidelijk signaal voor lage
stratus en zelfs mist in het westen. De Harmonies hebben dit niet maar
hebben wel een duidelijk signaal voor nevel. Verder hebben wel alle
modellen een duidelijk signaal voor stratus noord van het Waddengebied
en in de Duitse Bocht, schampend aan het uiterste noorden. Voorlopig
gaan we voor boven land uit van een kans op nevel en een kleine kans op
lage stratus in het westen en noorden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanavond en ook vanaf morgenmiddag 6 Bft in de noordelijke
kustdistricten en boven de Noordzee, waar seinen voor uitstaan. Verder
geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Vooral in de noordoostelijk helft van de FIR en het noorden van het
land, in de warme sector, velden Sc/Ac-bewolking, waarbij de laagste
bewolking voorkomt in het (uiterste) noordoosten van de FIR (wel boven
1500 vt). Deze velden trekken vanavond en vannacht geleidelijk
oostwaarts weg. In de loop van de nacht en vooral morgenochtend vroeg in
het westen en noorden van het land dus kans op lage stratus (rond of
beneden 500 vt). Het zelfde geldt voor het (noord)oosten van de FIR, dan
waarschijnlijk met een iets hogere wolkenbasis. In de loop van de
ochtend geen noemenswaardige bewolking in de FIR totdat de frontale
bewolking bij het koufront binnentrekt. In de nacht naar vrijdag bij de
passage van het achterste grondkoufront (bij de windsprong) vooral
verder landinwaarts verder zakkende wolkenbasis en kans op lage Sc en in
het zuidoosten mogelijk ook kans op stratus.

NEERSLAG:
Tot het koufront zo goed als droog; de neerslag in Hirlam bij het
warmtefront boven het noordwesten is zeer licht en met een droge
grenslaag niet noemenswaardig. Verder pas weer op het koufront later
morgenavond en in de nacht naar vrijdag vooral in het noorden mogelijk
wat lichte (mot)regen, coalescentieneerslag.

ZICHT:
Komende nacht en in de vroege ochtend in het westen en noorden duidelijk
kans op nevel. Hirlam komt dus ook met mist maar die kans achten we vrij
klein. Verder overdag goede zichtcondities, bij motregen op het koufront
mogelijk matig/slecht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI