Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 05 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 04 augustus 2018 om 16.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een langgerekte gordel van hogedruk strekt zich uit van de Azoren tot
boven de Duitse Bocht. Aan de oostflank van dit hogedrukgebied is in
onze omgeving sprake van een noordelijke stroming. Een zwakke NO-ZW
georienteerde frontale zone boven het midden van het land trekt verder
zuidoostwaarts. Aan het einde van de avond passeert het koufront,
nauwelijks nog herkenbaar het zuidoosten. Na passage trekken er nog
enkele wolkenvelden zuidwaarts, die te koppelen zijn aan oude frontale
systemen maar nauwelijks wat voorstellen. Zondag vormt zich een apart
hogedrukcentrum net west van ons land. In de loop van de dag komt het
hogedrukgebied boven de wadden te liggen. De stroming wordt dan
noordoostelijk. De aangevoerde lucht is op zondag iets minder warm dan
vandaag. Maandag trekt dit centrum naar Duitsland en draait de stroming
via zuidoost naar zuid. Steeds warmere lucht wordt vervolgens
aangevoerd. Het koufront keert dan terug als glazen warmtefront.

MODELBEOORDELING:
De dagelijkse gang in de temperatuur is in deze van oorsprong polaire
lucht over het algemeen wat groter dan de modellen berekenen, zeker ten
opzichte van HIR/EC.
De stratus die in het FIR gebied zichtbaar is komt redelijk tot uiting
in de modellen, m.u.v. Ha40 die niks heeft. De zwakke neerslagsignalen
die de modellen berekenen boven zee en, in het geval van Hir/EC ook
boven land, worden alleen zeer lokaal momenteel boven het noorden van
het FIR gebied gemeld. Tevens berekenen Hir en EC lokaal lichte regen
uit een wat forsere Cu boven land, gezien de verticale ontwikkeling die
mogelijk is volgens de progtemps lijkt dit niet waarschijnlijk en het
wordt ook niet waargenomen. De stratus die met name door Ha36
morgenochtend in Limburg wordt berekend lijkt wel reëel gezien de
noordelijke wind daar en de passage van het frontaal systeem.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Een sterke dagelijkse gang met een duidelijk signaal voor een wat meer
vlagerige wind aan het begin van de avond. Mede geholpen door wat
kouadvectie achter het zwakke koufront.

BEWOLKING:
Bij en na passage frontaal systeem op meerdere plekken stratus. Door
dagelijkse gang en subsidentie lost deze bewolking landinwaarts op.
Verder vooral velden Sc en hoger. De kans op St is vannacht in de
Limburgse heuvels het grootst wegens stuw. Cu kan zich morgen overdag
nog wel vormen, maar naarmate de kolom verder opwarmt en uitdroogt
verdwijnt de Cu ook weer grotendeels.

NEERSLAG:
Zeer lokaal lichte regen bij de frontale zone boven zee. Vannacht
mogelijk ook boven het noorden van het land zeer lokaal lichte regen.
Morgen droog.

ZICHT:
Er is nog een kleine kans op grondmist of een mistbank vannacht.

TEMPERATUUR:
Zondag is de aangevoerde lucht een fractie minder warm dan vandaag, Tx
bereikt dan vrijwel nergens tropische waarden. Het hittegolfgetal van
Tijm (Som van aaneengesloten dagen Tx-25>0) is in het zuidoosten
opgelopen naar 122 en hoger. Hiermee is de eerste plaats een feit. Dit
is vooral te danken aan de lange duur van deze periode, inmiddels 23
dagen. De gemiddelde dagbijdrage is namelijk 5,3 en lager dan de vorige
koploper. 22 juni - 9 juli 1976 had gemiddeld 6,6 over 18 dagen. Naar
verwachting komen er nog minimaal 5 dagen bij en wordt het record
aanzienlijk aangescherpt.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI