Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 27 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 26 maart 2018 om 16.56 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een uitloper van het Azorenhoog zorgt in ons aandachtsgebied voor een
rug van hogedruk. Een N-Z georienteerde bovenluchttrog boven het oosten
verlaat in de loop van de avond het land richting Duitsland, kort
gevolgd door een tweede inactieve bovenluchttrog die aan het begin van
de nacht het oosten verlaat. In de loop van de nacht wordt de stroming
op nadering van een complexe frontale zone zuidelijk en neemt deze
geleidelijk in kracht toe. De voorste begrenzing van de occlusie (van
oorsprong bestaande uit een occlusie, kort gevolgd door een occluderend
systeem met occlusiepunt ergens boven het zuiden) bereikt aan het begin
van morgenmiddag het zuidwesten en trekt vervolgens gedurende de middag,
avond en nacht van zuidwest naar noordoosten over het land. De
achterzijde van de occlusie (en de scherpe vore) zal pas aan het einde
van de nacht of in de vroege ochtend het uiterste noordoosten gaan
verlaten, waarna de stroming overal westelijk wordt. Zowel op hoogte als
aan de grond komen we dan tijdelijk onder invloed van een trekrug waarna
in de loop van woensdag een volgend uitdiepend laag het weerbeeld gaat
bepalen. Dit laagje vormt zich als randstoring boven het Kanaal, nabij
de linker uitgang van de straalstroom. De kern van het laag zou woensdag
aan het einde van de middag mogelijk boven het zuidoosten uit kunnen
komen. De koers en evolutie van dit laag is nog onzeker.

MODELBEOORDELING:
De noemenswaardige verschillen liggen tot de passage van de occlusie
voornamelijk in de grenslaag. Met name de Harmonies hebben nog steeds
erg veel moeite de grenslaag correct te representeren. Daarbij gaat het
al mis bij de initialisatie, waarbij de Harmonies, H36 nog meer dan H40,
momenteel op te uitgebreide schaal mist en stratus hebben boven de
Noordzee en het noordwesten van het land. EC en HIR hebben slechts
lokaal stratus in dit gebied en dat komt beter overeen met de
werkelijkheid, al heeft HIR ook mist en deze wordt niet waargenomen. Dit
beeld houden we dan ook aan voor de hele periode. De stratus bereikt in
de Harmonies vanavond en vannacht een groot deel van het land en deze
modellen laten in het zuidoosten in opklaringen mist ontstaan. In Hir en
EC houdt het noordwesten lokaal last van deze stratus en blijft de rest
van het land opgeklaard waardoor er op uitgebreide schaal mist gaat
ontstaan, in de loop van de nacht en ochtend door de aantrekkende wind
overgaand in stratus die dan ook noordwaarts de Noordzee binnenloopt
alvorens richting het noordoosten weg te trekken. Bij de occlusie in de
vore in alle modellen een duidelijk en consistent signaal voor stratus
en nevel (mogelijk mist), lokaal ook achter de occlusie. Synoptisch
gezien zijn de modellen redelijk consistent, alleen HIR is pakweg twee
uur later met de timing voor de frontpassage(s) en daarmee ook de
neerslag en windsprong. Vervolgens komt ook de randstoring enkele uren
eerder in dit model. Dit blijft voorlopig een aandachtspunt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot de passage van de vore geen bijzonderheden, wel mogelijk een 6 Bft
in de kustdistricten. HIR heeft dus een iets eerdere timing voor de
windsprong. Echt interessant wordt het pas bij de randstoring die ons
aandachtsgebied aan het einde van de periode zal bereiken, waarbij de
exacte koers en evolutie gaat bepalen met hoeveel wind en windstoten we
te maken gaan krijgen.

BEWOLKING:
Bij de trog velden SC/AC en bij buien TCU/CB, lokaal met toppen tot ruim
boven FL100. In een strook over het midden van de FIR en boven het
noordwesten van ons land vanavond en vannacht enkele velden stratus. In
de loop van de nacht boven land op grote schaal mist overgaand in
stratus die vervolgens ook noordwaarts de Noordzee binnenloopt. Bij en
lokaal achter de occlusie stratus en nevel (mogelijk mist). In het
noordwesten van de FIR mogelijk ingebedde CB's in het frontale
wolkenpakket.

NEERSLAG:
Bij de hoogtetrog vanavond enkele lichte tot matige regenbuien. Bij de
occlusie perioden met regen, in het noordwesten van de FIR later
mogelijk buiig wat karakter. Achter de occlusie nog lange tijd lichte
(mot)regen mogelijk als gevolg van coalescentie, landinwaarts mogelijk
licht convectief woensdag overdag.

ZICHT:
Komende nacht (al vanaf de tweede helft van de avond) in brede
opklaringen dus opnieuw vorming van (dichte) mist(banken) boven land,
morgenochtend wat sneller oplossend dan vandaag a.g.v. de aantrekkende
wind maar daardoor ook de Noordzee oplopend. Actueel nog geen mist of
nevel waargenomen boven de Noordzee. Dinsdag overdag worden de slechtste
zichten in de frontale vore verwacht, sterk nevelig (ook a.g.v.
neerslag) en vooral in het noorden mogelijk ook mist.

TEMPERATUUR:
Verschillen in de Tmin als gevolg van verschillen in de bewolking in de
modeluitvoer. We gaan uit van temperaturen rond het vriespunt in brede
opklaringen, ook in het westen van het land, en onder bewolking een
graad of 3. De Tmax wordt mogen al eerder op de dag gehaald.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI