Guidance modelbeoordeling voor Nederland

18-03-2018 23:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 19 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 18 maart 2018 om 23.50 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Rond en krachtig hoog met het centrum noord van Schotland wordt met een
sterke oostelijke stroming lucht van arctische oorsprong aangevoerd.
Restanten van frontale systemen liggen nog dichtbij het zuiden van ons
land. De kern van het eerdergenoemde hoog westwaarts naar het zeegebied
dag tussen IJsland en Schotland waar het in de ochtend arriveert. Het
hoog heeft dan een zuidoostwaarts gerichte rug tot over de Duitse Bocht
en het noorden van Duitsland en in ons aandachtsgebied neemt de
drukgradiƫnt af. Morgen trekt het hoog verder zuidwestwaarts richting
Ierland en de rug passeert dan ons land. Na rugpassage krimpt de wind
naar een noordelijke richting en wordt de lucht vanaf zee aangevoerd.
Over de Noordzee komt maandagavond een zwak frontaal systeem naderbij,
behorend bij een vlak en klein lagedrukgebied dat van het zuiden van
Scandinavie, over het oosten van Denemarken, verder naar de Duits-Poolse
grens trekt. Maandagavond laat bereikt het warmtefront het noorden van
ons land en trekt dan in de nacht langzaam verder zuidwaarts, vrij snel
gevolgd door het koufront. Dit verlaat in het begin van dinsdagochtend
het zuidoosten van het land. Dinsdag bevinden we ons dan aan de
oostzijde van het hoog in een noordelijke stroming.

MODELBEOORDELING:
Vannacht en overdag geen echte aandachtspunten. Aandachtspunt wordt de
passage van het zwakke frontale systeem vanavond laat en in de nacht
naar dinsdag. De neerslaghoeveelheden zijn beperkt, maar de
neerslagsoort is winters, waarbij regen, onderkoelde regen, regen op een
bevroren ondergrond en sneeuw mogelijk zijn. Zie 'neerslag'

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vandaag nog steeds een stevige wind, die door dagelijkse gang en later
op nadering van de rug gaat afnemen.

BEWOLKING:
Boven het zuiden/zuidoosten eerst nog veel bewolking vanaf SC-niveau en
hoger, waarbij de bewolkingsgrens langzaamaan steeds zuidelijker komt te
liggen. Elders opklaringen.
Boven zee, langs de randen van onze FIR nog Cu/Sc bewolking met eerst
nog een enkele TCu. De aanvoer van nog drogere lucht in combinatie met
een dalende inversie levert daar steeds minder bewolking op. Morgen in
de loop van de over de Noordzee zuidwaarts trekkende frontale bewolking.
Nabij het warmtefront ook St.

NEERSLAG:
Met het binnenkomen van de frontale bewolking en een wind die voor het
front uit al van zee waait lijkt de kans op winterse neerslag voor de
noordelijke kustgebieden uitermate klein. Verder landinwaarts laat de
koude lucht zich minder makkelijk verdrijven. Naarmate de neerslag
verder zuidwaarts trekt begint de zachtere lucht enigszins op te
glijden. Hoe zuidelijker de neerslag komt hoe groter de kans dat het
gehele temp-profiel onder nul blijft en de neerslag als sneeuw valt. Er
zal echter ook een relatief smalle zone aanwezig zijn waarin ijsregen of
onderkoelde regen mogelijk is. Belangrijke parameter in deze is de
temperatuur in de onderste niveaus. EC laat de temperatuur vrij
makkelijk oplopen met het binnenkomen van de bewolking en in dit model
ontstaat er (vrijwel) nergens een ijsdriehoek. Dit in tegenstelling tot
Hirlam, maar ook de Harmonies, waar we, vooral in een brede strook van
Zeeland naar Drenthe/Overijssel wel iets van een ijsdriehoek
tevoorschijn komt. Van Hirlam is het bekend dat het net iets te traag
opwarmt in dergelijke situaties. Voorlopig houden we het op lichte
(mot)regen in het (uiterste noorden) van het land waarna de kans op
winterse neerslag, naarmate het zuidelijker komt, steeds groter wordt.
Er ontstaat dan een (smalle) zone waarin diverse mengvormen mogelijk
zijn, ook ijsregen, of onderkoelde regen. Het wegdek is hier ook nog
onder nul, wat ook voor gladheid door bevriezing zorgt. De vraag is hoe
grootschalig dit zal zijn. De intensiteiten zijn beperkt; opglijding
zorgt voor enige intensivering, maar het bovenluchtpatroon vertoont wat
divergentie, wat activering tegenwerkt. Bovendien zit de vorst niet in
de grond, dus alleen het oppervlak van het wegdek is onder nul, wat er
voor zorgt, dat dit gemakkelijker opwarmt. Verder naar het zuiden en
zuidoosten, waar de koude laag wat dikker is, zijn er sneeuwkansen.
Allemaal licht van intensiteit wat waarschijnlijk slechts lokaal
gladheid oplevert.

ZICHT:
Goede zichten. In de nacht naar dinsdag, nabij het warmtefront kans op
matig, lokaal slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Komende nacht Tn tussen -3 en -6 graden. Iets minder wind en daarom iets
kouder dan afgelopen nacht. Maandag Tx rond 3 graden. In de nacht naar
dinsdag Tn tussen -1 in het noorden en -5 in het zuidoosten. De frontale
zone zorgt voor opwarming, maar daarachter kan het in opklaringen weer
afkoelen. Met name Hirlam en Harmonie38 tonen dit. Dinsdag overdag Tx
rond 7 graden in iets minder koude polaire lucht en met veel
instraling.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI