Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 01 december 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 30 november 2017 om 17.04 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoogtelaag boven het noorden van Nederland trekt zuidwaarts en zal
tegen middernacht het land hebben verlaten. Een laag aan de grond
bevindt zich boven de Duitse Bocht en trekt vanavond en vannacht
opvullend van noordoost naar zuidwest over het land. Na passage komt er
tijdelijk een noordoostelijke stroming op gang. Vrijdagmiddag bereikt
een west-oost gerichte rug het noorden van het aandachtsgebied, trekt
zuidwaarts en ligt vrijdagavond boven het noorden van het land. Ook op
hoogte nadert er dan een rug, waarbij de bovenlucht sterk opwarmt. De
rug wordt in de nacht naar zaterdag direct gevolgd door een frontale
trog boven het noorden van de FIR met daarin een vrij complex frontaal
systeem.

MODELBEOORDELING:
De positie van het grondlaag wordt vrijwel unaniem beschreven in de
modellen. De koers kan enigszins worden beïnvloed door de afkoeling
boven land. Aandachtspunten zijn: winterse neerslag en
grenslaagbewolking/mistkansen. Met name in de kustprovincies aanhoudend
kans op een hagelbui. In Zuid-Limburg is in de avond (natte) sneeuw niet
uit te sluiten. Verticale doorsnede van Tw laten dit duidelijk zien.
Vraag is hoe actief eventuele buien daar nog zullen zijn. Verder geeft
Ha36 nog enig signaal voor onderkoelde motregen, maar daarvoor moet het
hele profiel wel onder nul liggen. Onder de bewolking is dat vanavond en
vannacht niet waarschijnlijk. Verder lijkt Ha38 de grenslaagbewolking
actueel het beste te pakken. Alle modellen geven een duidelijk signaal
voor mist/lage bewolking in opklaringen vanavond en vannacht. Ha36
berekent te veel lage bewolking, een groot deel valt te herleiden naar
het vallen van winterse neerslag. In alle modellen wordt gesuggereerd
dat met het zuidwest bewegen van het laag er ook een achterkant aan het
gebied met lage bewolking zit ten noordoosten van de kern. Echter erg
veel droger is de dan aangevoerde lucht niet meer, dus onzeker.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de westflank van het laag langs de Zuidwest kust aanvankelijk 6 Bft.
Bij de buien boven zee windstoten tot 35 kn. Met het wegtrekken van het
laag mogelijk even een NO 6 Bft in Texel. Ook morgen langs de westkust
mogelijk een 6 Bft.

BEWOLKING:
In het oosten en zuidoosten St 500-1000 vt, lokaal ook <500 vt. Ook net
over de Duitse grens lage St. Als het grondlaag passeert zou dit het
noordoosten van ons land weer kunnen binnenkomen. Vannacht kan er in een
opklaring (grootste kans boven het midden/westen) mist/lage bewolking
ontstaan. Verder Cb's die zich aanvankelijk beperkten tot de
kustgebieden en toppen tot FL200 hebben, maar slechts moeizaam verder
het land op trekken. Met het zuidwaarts trekken van het hoogtelaag daalt
T500 naar circa -36°C en kunnen de Cb's uitgroeien tot FL250. Na
passage worden de toppen lager en schampen de Cb's hoogstens nog het
noorden en noordwesten van het land. Toppen worden ook lager doordat de
bovenlucht weer warmer wordt.

NEERSLAG:
Winterse buien (regen, korrelhagel, natte sneeuw), af en toe ook onweer.
Actiefste buien voor de kustprovincies. In een hagelbui zou het zeer
plaatselijk kortstondig glad kunnen worden. Buien hebben moeite zich
landinwaarts te verplaatsen. Aandachtspunt is het cluster buien boven
Zeeland dat later in de Limburgse heuvels mogelijk sneeuw geeft en tot
(geringe) accumulatie zou kunnen leiden (zie NESO/cross-secties Tw).
Vannacht en vrijdag overdag beperken de buien zich vooral tot zee als de
stroming noordoostelijk wordt. Hoogstens het noorden en noordwesten
zouden nog geschampt kunnen worden. Landinwaarts vrijdag droog. Het
complexe front zaterdag geeft lichte regen boven zee, naarmate het
overdag verder het land op trekt is de kans op winterse neerslag niet
geheel nul.

ZICHT:
Vanavond en komende nacht is er wederom kans op mist in opklaringen (die
zouden zich vooral boven het westen/midden moeten bevinden), maar na
passage van het laag stroomt iets drogere lucht binnen en neemt de
hoogtewind toe. Hierdoor nemen de mistkansen vanuit het noorden weer af.
Naast mist zakt het zicht ook terug in buien, het meeste in winterse
neerslag.

TEMPERATUUR:
Afhankelijk van bewolking/opklaringen. Vannacht in opklaringen minima
tot -3 C. Vraag is wat het eventuele ontstaan van mist doet met de
minima. In het oosten/zuidoosten waarschijnlijk a.g.v. lage bewolking
net boven het vriespunt. Lokaal is gladheid mogelijk.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI