Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 24 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 23 november 2017 om 04.48 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een groot lagedrukgebied met meerdere kernen strekt zich uit van
Noorwegen tot de Britse Eilanden. Aan de zuidoostflank daarvan is in
onze omgeving sprake van een zuidelijke stroming die van oorsprong
continentaal tropische lucht aanvoert. De komende dagen verplaatsen de
lagedrukkernen boven de Britse Eilanden zich langzaam noordwaarts. Een
tweetal NNO-ZZW georienteerde koufronten bereiken halverwege de ochtend
de westkust en trekken oostwaarts over het land. Het meest westelijke en
tevens meest actieve koufront verlaat Limburg halverwege de avond, na
passage van dit front voert een west tot zuidwestelijke stroming polaire
lucht aan. In de avonduren trekt er een trog oostwaarts over het
uiterste noorden van het FIR gebied. Een golf in het tweede koufront
bereikt vervolgens aan het begin van de nacht naar vrijdag het
zuidwesten, trekt noordoostwaarts en verlaat Groningen aan het begin van
vrijdagmiddag. Het daarbij behorende kleinschalige laag trekt over het
zuidoosten van het land. De golf wordt in de middag gevolgd door een
occlusie.

MODELBEOORDELING:
Alle modellen berekenen een vergelijkbare koers van de frontale golf, en
bijbehorend laagje, op vrijdag over het uiterste zuidoosten van het
land. In vergelijking met de vorige runs is het laagje nog iets
zuidoostwaarts opgeschoven. Op detailniveau zijn er dan nog wel kleine
verschillen aan te wijzen in timing en exacte positie wat een invloed
heeft op vooral de windverwachting voor het uiterste zuidoosten. Na
passage worden de verschillen in het drukpatroon beduidend groter;
Hirlam laat de hierboven genoemde occlusie oostwaarts wegtrekken, de
overige modellen laten de occlusie boven het zuiden van het land slepen
wegens golfvorming die dan optreedt ten zuidwesten van ons land.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Seinen in alle districten, het hoogst op de noordelijke Noordzee met 9
Bft. De windstoten die actueel gemeten worden liggen in het algemeen,
zeker boven land, wat lager dan de modelberekeningen. In de ochtend in
het noordwestelijk kustgebied wel zware windstoten van maximaal 90
km/uur. Convectie kan dan ook voor enige verticale uitwisseling zorgen.
Achter de koufronten neemt de wind weer af, maar bij de trog
donderdagnamiddag en -avond neemt deze vooral in het noorden van de FIR
weer tijdelijk fors toe. Aan de zuidoostflank van het laagje komt
vrijdagochtend in het uiterste zuiden van Limburg meer wind te staan
waarbij uitschieters rond 35 kn mogelijk zijn. De kans daarop is met de
iets zuidoostelijkere positie van het laagje nu wel kleiner geworden. Na
passage van het laagje is er in Hirlam duidelijk sprake van een
noordwestelijke stroming, 5 Bft aan de kust. In de overige modellen is
de wind dan juist nagenoeg veranderlijk wegens de hierboven genoemde
vorming van een golf.

BEWOLKING:
Momenteel geen significante bewolking. Op de koufronten zien de
verticale profielen er onstabiel uit, mogelijk dat daar ingebedde Cb's
aanwezig kan zijn. Op het eerste koufront zien we deze onstabiliteit
zelfs in potentie reiken tot FL300, op het tweede tot FL150. De trog is
vooral boven het noorden van de FIR actief, geholpen door de
linkeruitgang van een jetstreak kunnen hier Cb's tot FL150 ontwikkelen.
Vervolgens is er nabij de golf sprake van Sc, lokaal St en een enkele
ingebedde Tcu (toppen max FL100). Op de occlusie is er sprake van Sc,
mogelijk St en enkele Cb's (toppen FL150-200), Hirlam is t.o.v. de
overige modellen duidelijk het actiefst.

NEERSLAG:
Bij de koufronten buiige regen, met name op het tweede. Convectieve
modus multicel, met organisatie langs een lijn. Onweer niet onmogelijk,
maar de kans is klein, zie ook Harmonie. Nabij de trog vooral boven het
noorden van de FIR buien. Op passage van de golf in nagenoeg het gehele
land regen die enigszins buiig van karakter is. Daarna op passage van de
occlusie een enkele bui.

ZICHT:
Goed zicht, in neerslag overwegend matig zicht.

TEMPERATUUR:
Zacht, na passage van het tweede koufront polaire lucht.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI