Guidance modelbeoordeling voor Nederland

17-09-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 19 september 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 18 september 2017 om 01.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag ligt 21 UTC net ten noorden van Terschelling, trekt
aanvankelijk heel langzaam zuidwaarts en heeft in de nacht en ochtend
een min of meer permanente trog langs de westkust. Later vanavond en
dinsdag trekt het laagje opvullend zuidoostwaarts en dan komt er aan de
westflank een noordwestelijke stroming opgang. Een NO-ZW georienteerde
zwakke occlusie ligt vandaag om 00 UTC boven het N en W. De occlusie
trekt in de loop van de dag heel langzaam over het land. Op 500 hPa ligt
de kern van het hoogtelaag vrijwel stationair boven het NW van
Duitsland. Dinsdag overdag nadert van het westen uit een rug van hoge
druk, die voor stabilisatie zorgt.

MODELBEOORDELING:
In de positie, baan en timing van het laag boven de Duitse Bocht zijn nu
minder grote verschillen. We zien wel wat verschillen in de convectieve
patronen, maar in grote lijnen zien we vanaf einde ochtend/begin middag
een opleving van de buien. Alle modellen hebben aan de westflank van het
laag vanaf vanavond de meeste neerslag op de zuidwestkust/Belgie, met
daar de grootste cumulatieve hoeveelheden. Positie van het kleine
gradient bandje verschilt ook enigszins, Hirlam net buiten Zeeland,
overige modellen net over Zeeland met daar dus mogelijk een 5-6 Bft.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In alle modellen, behalve EC, maandagavond en in de nacht naar dinsdag
NW 5-6 Bft op de westflank van het laag. De verschillen in de baan en
timing van het laag maken de windverwachting lastig.

BEWOLKING:
Bij de occlusie boven de Noordzee geclusterde convectieve bewolking met
daartussen ook wat stratiforme bewolking, Sc/Ac. Onzekere factor is
hoeveel er van deze bewolking in de nacht boven land nog overblijft.
Vanochtend bij oplossende mist ook tijdelijk stratus, in de uitvoer is
in het noorden en oosten ook turbulentiestratus te zien. Overdag
convectieve bewolking, toppen tot FL250-300. Dinsdag enige stabilisatie
door zwakke subsidentie.

NEERSLAG:
Vanaf vannacht kunnen de buien vanaf de Noordzee met een aanlandige
stroming ook weer wat verder het land op trekken. Overdag zien we
opnieuw buien, de CAPE-waarden liggen met 700-1000 J/kg wat hoger dan
zondag, kans op onweer blijft dus aanwezig. INDECS kansen zijn voor de
middag erg hoog, 70-95%. Weinig schering, dus single cell. Aandachtspunt
is nog wel de hoeveelheid neerslag, in het zuidwestelijk kustgebied is
er vanaf komende nacht al een toevoer van buien, daar zou tot en met
dinsdagavond 20-30 mm kunnen vallen, zeer lokaal mogelijk meer. GLAMEPS
komt in dat gebied ook met de hoogste kansen op > 10 mm, ongeveer
30-40%.

ZICHT:
Vannacht in opklaringen lokaal weer mist of mistbanken. Waarschijnlijk
minder uitgebreid dan de afgelopen nacht. De lucht is wat droger en de
geowind is vooral in het oosten en noorden wat sterker dan afgelopen
nacht. De bewolking is een onzekere factor, maar heeft vannacht op veel
plaatsen de overhand. In de nacht naar dinsdag een sterk signaal boven
de oostelijke helft.

TEMPERATUUR:
Amplitude van de temperatuur is in de polaire lucht bij weinig wind
duidelijk groter dan in de div uitvoer, in wat bredere opklaringen
minima van lokaal 3-5 graden, zowel in de nacht naar maandag als die
naar dinsdag.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI