Guidance modelbeoordeling voor Nederland

07-06-2017 17:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 08 juni 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 07 juni 2017 om 17.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een ingedraaide occlusie ligt momenteel boven het noordoosten van het
land. Deze occlusie is gekoppeld aan een klein lagedrukgebied dat zich
net ten zuiden van Noorwegen bevindt. Met het verder noordoostwaarts
bewegen van dit lagedrukgebied verlaat ook de occlusie spoedig het land.
Een zwakke rug van hogedruk boven Engeland trekt oost en bereikt ons
land komende nacht. Vervolgens bereikt een NW-ZO georienteerd
warmtefront het zuidwesten van het land in de tweede helft van de nacht.
De stroming in de warme sector is zuidelijk, een gebied met relatief
hoge thetaw waardes (rond 15 graden) bereikt in de nacht van vrijdag op
zaterdag het land. De hoogste waardes bevinden zich nabij een vore die
in de nacht naar vrijdag oostwaarts over het land trekt. Vervolgens
bereikt een NNO-ZZW georienteerd koufront het westen vrijdag vroeg in de
ochtend. Dit koufront heeft een splitlevel karakter; op hoogte ligt het
koufront al in de nacht boven het land. Het koufront trekt vervolgens
oostwaarts en verlaat het land aan het begin van vrijdagmiddag. Het
koufront wordt vrijdagmiddag gevolgd door een hoogtetrog.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunten zijn de zware windstoten die door de modellen momenteel
nog berekend worden in het noorden van het land. Modellen overschatten
dit enigszins; de grens van 41 kn wordt momenteel nauwelijks meer
overschreden. De komende uren neemt de wind geleidelijk overal verder
af. Verdere aandachtspunten zijn de (grenslaag)condities nabij het
warmtefront en vooral ook de mate waarin zich buien voor gaan doen nabij
het koufront. De positie en timing van de frontale systemen is in alle
modellen redelijk eensluidend.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Momenteel de hoogste uitschieters in de wind in het Waddengebied. Zoals
hierboven al is gemeld overschatten alle modellen de mate van de kracht
van deze windstoten enigszins. De komende uren zal de kans op zware
windstoten daar sterk afnemen. Alle modellen geven dit aan en ook de
druktendensen geven dit momenteel weer. Qua seinen is er sprake van
windkracht zeven langs de kust. Ook dit zal vanavond verder afnemend
naar windkracht 6. Modellen komen in deze afname goed overeen. Nabij en
voor het grondkoufront worden door de modellen buien berekend waarbij
windstoten kunnen optreden rond 35 kn, Harmonie 36 komt lokaal nog met
41 kn uitschieters. Uitschieters worden veroorzaakt door impulstransport
van hoogte, mogelijk ook door een lokale downdraft, zeker gezien het
feit dat de onderste lagen in de atmosfeer vrij droog zijn. Dit is wat
afgebouwd ten opzichte van de vorige runs. Aangezien de buien in de
nacht het land moeten passeren is er sprake van een grondinversie
waardoor de windstoten waarschijnlijk beperkt zullen blijven.

BEWOLKING:
Momenteel in het oosten van het land nog enkele TCU's. Wegens het
naderen van de rug neemt de onstabiliteitsdiepte snel af en wordt het
droog. Verder ook SC bewolking nabij de occlusie, alleen in het uiterste
noorden van het FIR is nog sprake van ST. Modellen geven dit goed weer.
Bij het warmtefront SC en ST bewolking. De ST kans is het grootst verder
op de Noordzee (FIR) daar waar de windsnelheden het laagst zijn.
Vervolgens is er bij het koufront op hoogte sprake van SC/AC bewolking.
Nabij het grondfront ST/SC bewolking. Voor het grondfront uit ontstaan
in het gebied met hoge thetaw waardes CB's. Deze CB's worden getriggerd
door de warmteadvectie, maar ook door het feit dat op hoogte de koude
lucht al binnenloopt (koufront op hoogte). Tevens levert de nadering van
de hoogtetrog een extra trigger op. Alle modellen geven een indicatie
voor het ontstaan van deze CB's. De CB's ontstaan niet vanaf de grond
gezien het tijdstip van de dag.


NEERSLAG:
Nabij de occlusie af en toe lichte regen of een bui. Zuid van de
occlusie, in het oosten van het land, aanvankelijk nog een bui. Toppen
reiken niet veel hoger dan FL100. Op nadering van het warmtefront in de
nacht al (mot)regen. In de warme sector berekent Hirlam nog een enkele
bui; toppen max FL200. Overige modellen berekenen dit niet. Wel een
aandachtspunt omdat er dan ook sprake kan zijn van onweer en mogelijk
ook hagel. Voor het grondkoufront uit ontstaan er buien wegens de
hierboven genoemde triggers. Toppen rond zo'n FL250, max rond FL300.
CAPE waardes 700-1000 J/kg en lokaal 1000-1500 J/kg. Schering 20-30 kn.
Multicell modus dus. Onweer en hagel zijn dan goed mogelijk.

ZICHT:
Zichten zijn bij deze doorstaande wind goed. Ook de resterende buien
zorgen nauwelijks voor zichtreductie. Nabij het warmtefront in neerslag
matig tot slechte zichtwaarden. In buien bij het koufront ook slechte
zichtwaarden.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI