Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 29 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 28 april 2017 om 18.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een klein lagedrukgebied boven het Skagerrak trekt langzaam verder
opvullend zuidoostwaarts. Een zwakke ZZO-NNW georienteerde rug boven het
westen van de Noordzee trekt oostwaarts, bereikt Nederland in de nacht
en trekt zaterdag overdag naar Duitsland. Aanvankelijk staat er nog een
noordwestelijke stroming, na passage van de rug wordt de stroming
zuidoostelijk. Na passage van de rug trekt een zwak NNW-ZZO georienteerd
warmtefront boven Engeland noordwaarts. Daarachter lopen de Td op naar
ongeveer 7 graden. Zondag nadert een Atlantisch laag Ierland. De
zuidoostelijke stroming neemt duidelijk in kracht toe en voort droge
lucht aan.

MODELBEOORDELING:
Hirlam12 heeft het laag boven het Skagerrak vrij goed te pakken, beter
dan de Hirlam06. Ook de wind (dikke 4 Bft rond 15 UTC) zit er nu veel
beter op. Vanwege de zwakke cyclonaliteit zien we ook vanavond en
vannacht nog enkele kleine buien, vooral in de noordelijke helft. Vooral
de Harmonie-rug geven die indicatie en actueel zien we de buitjes ook.
We zien verder voor morgen nauwelijks nog verschillen in de
drukpatronen. Uiteindelijk wordt de gradient zo zwak dat thermische
effecten gaan domineren, vooral zaterdagmiddag.
Zondag komt Hirlam met een kleinschalig diep laagje boven Bretagne, met
een veel sterkere gradient dan in de overige modellen. Voorlopig
honoreren we Hirlam12 hierin niet, vooral omdat Hirlam de laatste tijd
al zo springerig is.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Morgenmiddag bepalen vooral thermische effecten het windpatroon.

BEWOLKING:
Vanavond en vannacht nog enkele TCu, toppen rond FL070. Morgen onder een
inversie uitspreidende CU/SC bewolking. Nabij het warmtefront op de
zuidelijke Noordzee wordt door de Harmonie modellen nog wat ST berekend.
De signalen zijn overigens niet heel sterk.

NEERSLAG:
Vanuit het westen wordt de buiigheid door het naderen van de rug
(subsidentie) steeds verder onderdrukt, maar toch blijven er tot aan de
passage van de rug zeer lokaal lichte buien mogelijk. OP het warmtefront
zit niet of nauwelijks neerslag.

ZICHT:
Uitstekende zichtwaarden. In buien zien we maar zeer kortdurend een
zichtafname. Komende nacht hooguit wat grondmist of slootmist.

TEMPERATUUR:
In de opklaringen mogelijk temperaturen rond het vriespunt.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI