Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 03 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 02 april 2017 om 15.58 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostflank van een hoogterug boven de Britse Eilanden bevindt ons
aandachtsgebied zich in een noordelijke stroming. De hoogterug beweegt
zich oostwaarts over de Noordzee. Op maandag beweegt er een hoogtetrog
naar de Britse Eilanden waardoor de stroming zuidwestelijk wordt. Ook
aan de grond breidt het hogedrukgebied zuidwest van Bretagne zich naar
Nederland uit om aan het einde van de periode verdrongen te worden door
een langgerekte trog die vanaf de Atlantische Oceaan naar de Britse
Eilanden trekt. Boven de zuidelijke Noordzee bevindt zich nog een
occlusierestant.

MODELBEOORDELING:
Het occlusierestant boven de Noordzee wordt onderdrukt door de rug van
hoge druk en is voornamelijk herkenbaar in de vochtige grenslaag. Alle
modellen berekenen nabij de occlusie boven de Noordzee lage stratus en
mist die vanuit het noordwesten het land op trekt. Gezien de actualiteit
(satelliet en waarnemingen) zijn deze slechts indicatief te gebruiken,
aangezien de werkelijke hoogte en locatie van de stratus- en mistvelden
enigszins van de modellen verschillen. De modellen zijn het er wel
allemaal over eens dat het land volloopt met de mist en stratus vanaf
zee en dat er hier vooruit uit ook nog mist kan ontstaan, ook dat in de
loop van maandag de mist en stratus al oplossend weer noordwaarts trekt
met zuidelijk wordende stroming. Aandachtspunt is de eventuele zeewind
maandagmiddag- en avond, de modellen verschillen onderling in hoe snel
de ST en mist wegtrekken. Indien er in de middag en avond nog lage ST
en/of mist aanwezig is, is het niet uitgesloten dat dit weer de kust
oploopt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf maandagmiddag op de noordelijke Noordzee 7 Bft. Maandagmiddag kan
er zeewind opsteken.

BEWOLKING:
De ST nabij de occlusie beweegt eerst van het noorden uit over ons
aandachtsgebied om vervolgens al oplossend met de zuidelijke stroming
weer noordwaarts te bewegen. Maandagmiddag- en avond zijn lage ST en/of
mist van zee niet geheel uitgesloten, zie de modelbeoordeling.

NEERSLAG:
Alleen Hirlam D11 berekent in de nacht naar maandag boven de Noordzee
aan de westflank van het hoog bij het occlusierestant lichte neerslag.
Gezien het feit dat Hirlam D11 vaker teveel kleine neerslaghoeveelheden
berekent en Hirlam U11 geen neerslag berekent (die minder last heeft
hiervan) gaan wij van U11 uit. Alleen HARM36 berekent maandagmiddag
boven land enkele lichte buien, gezien de progtemps komen de toppen niet
of nauwelijks onder nul, dus dit lijkt heel onwaarschijnlijk.

ZICHT:
De mist en/of nevel nabij de occlusie beweegt eerst van het noorden uit
over ons aandachtsgebied om vervolgens al oplossend met de zuidelijke
stroming weer noordwaarts te bewegen. Ook voor de occlusie uit kan er
zondagavond en in de nacht naar maandag boven land mist ontstaan.
Maandagmiddag en avond zijn lage ST en/of mist van zee niet geheel
uitgesloten, zie de modelbeoordeling.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar maandag minimumtemperaturen tussen 2 en 6 graden.
Maandag overdag maxima tussen 12 en 16 graden.



Paraaf meteoroloog: blij
Bron: KNMI