Guidance modelbeoordeling voor Nederland

25-02-2017 23:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 26 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 25 februari 2017 om 23.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complexe frontale zone waarin meerdere fronten ingebed zijn trekken
vandaagg van west naar oost over het land. De fronten worden daarbij
steeds minder actief door warmteadvectie over de fronten heen. De
achterste begrenzing wordt gemarkeerd door duidelijker lagere dauwpunten
boven Noord-Ierland. Deze achterzijde bereikt ons echter maar
nauwelijks, doordat de fronten steeds meer parallel in de stroming komen
te liggen. Dit zorgt ervoor dat de dauwpunten maar nauwelijks dalen de
komende periode. Boven de noordelijke Noordzee ontstaat op het koufront
boven Ierland/Britse Eilanden een vanmiddag een laag, wat noordwaarts
trekt. Een lagedrukgebied nabij de zuidoost van Groenland koerst
richting Ierland en in de polaire lucht ten zuiden van IJsland vindt
frontogenese plaats (CAD). Het koufront hiervan loopt in op eerder
genoemde frontale zone, doordat de achterkant evenwijdig aan de stroming
ligt en nauwelijks oostwaarts verplaatst. Maandag ontstaat een golf in
dit laatste koufront ten westen van ons land, onder invloed van een
kortgolvige trog in het hoogtelaag boven de Atlantische Oceaan. Deze
golf diept uit tot een laag boven de Noordzee, het koufront trek
maandagmiddag over het land en wordt gevolgd door een trog. Aan de
achterzijde van het koufront neemt de ontstabiliteitsdiepte flink toe.
Achter dit koufront komen we weer in de polaire lucht terecht.

MODELBEOORDELING:
In de warme sector is de bewolking in Hirlam en EC dunner dan in
Harmonie, waardoor de temperatuur in laatstgenoemde modellen hoger
uitkomt dan in Harmonie. Het verschil is overigens klein en rond 9?C
heeft het geen gevolgen voor wel/niet gladheid of convectie. Synoptisch
zijn de modellen tamelijk eenduidig, hoewel er nog wel kleine
timingverschillen in koufront en trog voor maandag zitten. Hirlam is een
fractie sneller. Verder detailverschillen in ST en wind.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Het omvangrijke windveld van 6/7 boven de Noordzee en de kustdistricten
neemt de komende uren wat af. In de zuidelijke kustdistricten weet 6 Bft
zich waarschijnlijk te handhaven. Zondagavond neemt de wind weer toe.
Mogelijk dat Vikingbank en Vissersbank 9 Bft aantikken in de nacht naar
maandag, maar dit hangt samen met de ontwikkeling van een klein laag.
Hirlam laat hier als enige de 9 Bft zien. Op maandag berekent EC zware
windstoten in Belgie en ook dicht in de buurt van EHBK in de warme
sector.. Nu is EC vaak fors met windstoten. Onder een
subsidentie-inversie rond 5000 voet is de opbouw onstabiel en staat er
net onder de inversie 40-50 knopen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat die
snelheid in z'n geheel naar beneden getransporteerd kan worden. ECEPS
kansen voor EHBK zijn eveneens hoog met 50%. Een ander aandachtspunt
zijn windstoten bij buien op de achterzijde van het koufront maandag en
de trog daarachter. De Harmonieversies tonen daarbij ook zware
windstoten, Harmonie36 zelfs in de orde boven de 48 kt.

BEWOLKING:
Doordat de grens tussen vochtigere en drogere lucht voortdurend in de
nabijheid van het Noordwesten blijft slepen, is daar en boven zee van
tijd tot tijd St aanwezig. In zuidoostwaartse richting liggen de bases
steeds hoger. Tegen de avond lijken de condities wel te verbeteren; alle
modellen laten dit zien. Dauwpunten worden dan ook een fractie lager.

NEERSLAG:
Van het noordwesten uit regen en motregen. Maar geleidelijk steeds
minder actief. Helemaal droog wordt het niet. Pas bij het koufront van
maandag intensiveert de neerslag weer. De progtemps van Het Kanaal (EC)
laten op en achter het koufront steeds hogere toppen zien, tot
FL260/-50?C. Harmonie laat daar enkele ontladingen zien. De kans op
onweer is maandagmiddag op de achterzijde van het koufront en de trog
daarachter dus aanwezig. Met schering (vooral snelheidsschering) van
20-30 knopen en CAPE achter het koufront van 200-400, mogelijk 400-700
J/kg, met name boven het zuiden, is de convectieve modus multicell.

ZICHT:
Boven het relatief koude zeewater van tijd tot tijd kans op slecht zicht
of zelfs mist door de hoge dauwpunten. Verder uiteraard in motregen de
slechtste zichten, alhoewel door de doorstaande wind geen echt lage
zichten verwacht worden.

TEMPERATUUR:
Zachte lucht, weinig dagelijkse gang.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI