Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 30 januari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 29 januari 2017 om 23.30 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aanvankelijk ligt er nog een trog (staart van een comma-structuur die
vandaag over land is gepasseerd) boven het noorden van de FIR, naar het
noordoosten wegtrekkend. Vervolgens gaat de aandacht uit naar een
complexe frontale zone boven de Britse Eilanden. In de zone is onder
invloed van een linkeruitgang van de jet/uitslaande diffluente
hoogtetrog een warmtefrontgolf uitgeslagen en hierdoor heeft zich boven
het zuidelijk deel van Engeland (positie kern om 23 UTC ongeveer 70 nm
noordwest van Londen) een grondlaag gevormd. Bij het laag vinden we een
occluderende frontale zone terug. Het laag trekt overdag oostwaarts over
het midden van het land en verlaat het oosten aan het einde van de
middag. Achter het laag wordt met een noordelijk stroming wat koudere
maritiem polaire lucht aangevoerd en mogelijk ook nog wat zwakke
restanten van een (ingedraaide) occlusie. Dinsdag overdag bevindt ons
land zich aanvankelijk in een soort zadelgebiedje, later neemt de
gradient op nadering van een volgende oceaanstoring weer wat toe en
wordt dan zuidoostelijk.

MODELBEOORDELING:
Het laag boven Engeland wordt gezien de druktendensen en wind goed door
Hirlam en EC weergegeven. Naarmate het oostwaarts richting ons land
koerst, treden er verschillen op in de positie van het laag. De
verschillen tussen Harm38, Hirlam en EC zijn op de synoptische schaal
over het algemeen weliswaar niet groot, EC berekent de positie ongeveer
50 km noordelijker. Overigens leidt dit niet direct tot grote
verschillen in de neerslagprognose. Harm36 lijkt te traag met de
doorkomst van het laag. De positie en treksnelheid van het laag heeft
wat grotere gevolgen voor de wolkencondities. Harm36 houdt de stratus te
lang vast omdat het laag waarschijnlijk te langzaam oostwaarts trekt.
Beide Harmonies komen met mist (wolkenbasis onder 100 vt) in de
nabijheid van het laag. Actueel zien we boven Zuid-Engeland een iets
hogere wolkenbasis. Harm lijkt daarmee iets te laag, Hirlam is actueel
iets te positief. De positie van het laag heeft mogelijk ook invloed op
de neerslagsoort. In Hirlam ligt het laag dus wat zuidelijker waardoor
in het noorden de wat koudere lucht iets beter kan doordringen. HIR-NESO
komt met een signaal voor natte sneeuw. EC-NESO heeft het pas in
Duitsland. Voorlopig nog niet genoemd, zal in ieder geval geen
accumulatie opleveren.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Af en toe 6 Bft in de kustdistricten. Die verdwijnen als vannacht het
laag dichterbij komt. Vanavond kan er op de Wadden weer even een 6 Bft
komen te staan, aan de noordwestflank van het laag. Vanaf dinsdagochtend
6-8 Bft op de noordelijke Noordzee.

BEWOLKING:
Met de inkomende warmtefrontgolf geleidelijk op uitgebreide schaal
stratus onder 500 vt. Niet uitgesloten dat de stratus met name in de
nabijheid van het laag aan dek komt, actueel zien we dit (nog) niet
gebeuren boven Engeland. De hoge toppen verdwijnen vanochtend al naar
het oosten waarna de wolkenlaag steeds minder dik wordt. In de middag
achter het laag pas tegen einde daglicht van het noordwesten uit
oplopende basis. Aan de noordwestflank van het laag kan 's avonds en in
de nacht naar dinsdag nog wel ST vanuit Duitsland weer dichterbij komen
en mogelijk het oosten en noordoosten bereiken. In de nacht naar dinsdag
is de kans op opklaringen zeker aanwezig, maar deze zullen
waarschijnlijk lokaal en kortdurend zijn. Dinsdag op veel plaatsen
SC-bewolking, over het algemeen boven 1500 vt, later met name in het
zuiden mogelijk weer wat opklaringen.

NEERSLAG:
Bij de warmtefrontgolf op uitgebreide schaal perioden met regen, van het
westen uit geleidelijk motregen als het dikste pakket naar het oosten
wegtrekt. In de ochtend wordt het in het westen al droog, het oosten
volgt in de middag, in het uiterste (noord)oosten mogelijk pas einde van
de middag. Aandachtspunt is nog de eventuele natte sneeuw in het
noord(oost)en, zie hiervoor de modelbeoordeling. Dinsdag vrijwel overal
droog.

ZICHT:
Overwegend 10+ km. Bij de warmtefrontgolf 3-8 km, lokaal 1500-3000 m.
Nabij het laag in motregen minder dan 1500 m, mogelijk lokaal mist.
Achter het laag geleidelijk weer oplopend naar 10+ km. In de nacht naar
dinsdag in een opklaringen kans op een mistbank, de meeste modellen
geven wel een signaal. Zal gezien de opklaringsduur ondiep blijven
waarschijnlijk.

TEMPERATUUR:
Aan de noordflank van het laag komt er met een gekrompen wind koudere
lucht het noordoosten binnen. In een opklaring is de kans op lichte
vorst re?el in de nacht naar dinsdag, dat geeft lokaal een redelijke
kans op gladheid a.g.v. bevriezing van natte wegen.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI