Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 18 november 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 17 november 2016 om 17.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een omvangrijk lagedrukgebied met meerdere kernen draait rond tussen
IJsland, Noorwegen en Schotland. Een golftop van het bijbehorende front
bereikt aan het einde van de middag samen met een trog de westkust en
verlaat vanwege de golfvorming pas vrijdagochtend het zuidoosten. De
trog diept boven zee uit tot een kleinschalig lagedrukgebied en dit laag
trekt vannacht de FIR uit richting de Noorse zuidkust. In de polaire
lucht trekken vervolgens meerdere kortgolvige troggen van zuidwest naar
noordoost over het aandachtsgebied.

MODELBEOORDELING:
De timing van het golvende koufront en de trog vertonen enkele
verschillen in de modellen. Een en ander wordt verder bemoeilijkt
doordat het golvende koufront van oorsprong een dubbelconstructie is.
Belangrijkste aandachtspunt zijn de windstoten bij de trog/golftop. In
de polaire lucht krijgen we vervolgens te maken met de grilligheid van
kortgolvige troggen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
De meeste wind wordt nabij de trog van vanavond verwacht, 8 tot 9 Bft is
mogelijk boven zee. Hierbij ook ook zware windstoten, Aan zee tot 90
km/u, wat verder landinwaarts snel verminderend maar in het NW nog tot
75 km/u, met name bij de buien. Ook in de polaire lucht zien we bij
buien dat er zware windstoten berekend worden en niet alleen door de
fijnmazige modellen. In EC en Hirlam hangt het samen met hoe scherp een
trog ontwikkeld is. De 8-9 Bft trekt samen met het uitdiepende laagje
naar Vissersbank. Alhoewel de wind langzaam afneemt, blijft 6-7 Bft in
deze periode, boven zee nog mogelijk.

BEWOLKING:
Buiige regen. Nabij het koufront Sc. Tevens ingebedde Cb's, ook bij de
trog Cb's. Toppen eerst FL150/180. Verder landinwaarts zal het steeds
meer om Sc gaan. Dieper in de polaire lucht Cu/Cb, toppen geleidelijk
naar FL250. Modellen suggereren dat convergentie in troggen lokaal voor
aanmaak van St zorgt.

NEERSLAG:
Boven het warme zeewater zullen nabij de trog meerdere (ingebedde) buien
aanwezig zijn, met ook kans op onweer en korrelhagel. CAPExSHEAR boven
zee nog 25000-30000, maar boven land blijft er nauwelijks CAPE meer
over. Toch is er nog enige schering aanwezig om de buien nog iets langer
in stand te houden. Harmonie blijft dan ook ontladingen berekenen als
front en trog het land op trekken. Achter het koufront wordt de
bovenlucht steeds kouder en neemt de onstabiliteitsdiepte toe.
CAPExSHEAR boven land niet meer dan 25000. Enige organisatie is
waarschijnlijk, met vrij hoge scheringswaardes. Onweerkansen nog steeds
aanwezig. Langs de kust zal dan ook nog voortdurend convergentie
optreden.

ZICHT:
Zichtverslechtering afhankelijk van neerslagintensiteit.

TEMPERATUUR:
Tn komt in de polaire lucht weer een stuk lager te liggen, maar gladheid
wordt nog niet verwacht.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI