Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 27 oktober 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 26 oktober 2016 om 23.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordflank van een gordel van hogedruk boven Frankrijk en
Duitsland trekt een aantal frontale systemen van west naar oost over het
land, herkenbaar als zones met verhoogde ThetaW925. De meeste hiervan
zijn verzwakt door subsidentie. Op vrijdag krijgt het hoog boven
Frankrijk een uitloper over de Britse Eilanden. Aan de noordflank
hiervan komt het polaire front min of meer parallel aan de westelijke
stroming boven het uiterste noorden van ons land te liggen.

MODELBEOORDELING:
De grenslaag is het belangrijkste aandachtspunt. Vooral Hirlam en HARM36
berekenen op en achter het frontale systeem van in de ochtend veel
stratus, HARM38 laat daarentegen weinig stratus/mistvorming zien. Alle
modellen laten ook op uitgebreide schaal mistvorming zien boven
Engeland, in HARM36 steekt dit gebied als een stratusgebied de Noordzee
over en bereikt in de middag de Nederlandse kust. In Hirlam en HARM38
lost het mistveld geheel op gedurende de oversteek over het nog relatief
warme zeewater, vooralsnog gaan we nog van dit laatste scenario uit.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vikingbank Z-ZW 7, in de ochtend berekent Hirlam tijdelijk een krappe 8
Bft. In de loop van de breidt het windveld met W-ZW meer dan 6 Bft en af
en toe 7 Bft zich zuidwaarts uit over de Noordzee, maar de 7 Bft blijft
wel noord van ons land. In de nacht naar vrijdag verdwijnen de seinen
weer uit onze kustdistricten, op het noorden van de Noordzee blijft de 7
tot 8 Bft doorstaan.

BEWOLKING:
(Frontale) bewolking bestaat voornamelijk uit Sc met lokaal St, niet
diep verticaal ontwikkeld. Achter/op het front later vannacht, maar
vooral in ochtend landinwaarts vorming van St door convergentie,
uitstraling en turbulentie, HARM36 en Hirlam zijn hier eenduidig in. Ook
overdag weer Sc-velden. Vrijdag op het polaire front ook een smal bandje
met dikkere bewolking met zeer waarschijnlijk ook stratus.

NEERSLAG:
Bij de frontale systemen is de bewolking vannacht en in de ochtend soms
dik genoeg (orde 5000 vt dik) voor lokaal lichte (mot)regen
(coalescentie). Hetzelfde type lichte neerslag kunnen we vrijdag ook
verwachten bij het zwakke polaire front boven de Noordzee en het
uiterste noorden van het land.

ZICHT:
Boven zee overwegend goed, boven land matig tot slecht door nevel tot in
de ochtend, daarna overwegend goed. Verder in motregen matig en mogelijk
slecht. In het noordwestelijk kustgebied nu al ook goede zichten,
mogelijk verbetert het zicht vannacht nog iets in het westen en
noordwesten vanwege een meer aanlandige aanvoer. Backward trajectorieën
laten zien dat het brongebied schoner wordt in de loop van vannacht.
Toch zullen we landinwaarts waarschijnlijk op uitgebreide schaal nevel
houden. Geowind vannacht meest 15-20 kn vannacht. Mogelijk dat dit nog
leidt tot enkele ondiepe mistbanken in het midden en westen; dauwpunten
stroomopwaarts zijn ong. 11°C en dan is er niet veel afkoeling nodig.

TEMPERATUUR:
Vandaag en morgen zacht met Tn rond 10 en Tx rond 15 graden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI