Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 09 januari 2022 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 08 januari 2022 om 00.48 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een westelijke stroming voert maritiem polaire lucht aan. De achterzijde
van een langgolvige hoogtetrog bevindt zich boven onze omgeving en trekt
oostwaarts. De koude bovenlucht (ca. -37C) wordt dan geleidelijk
verdrongen. De rugas van een goed doorstroomde en steeds verder
afvlakkende rug boven Engeland bereikt vervolgens onze omgeving vroeg in
de ochtend waarna de stroming zuidelijk wordt. Een warmtefront,
behorende bij een laag nabij IJsland, bereikt het zuidwesten van het
land in de loop van komende middag. Voor het warmtefront uit wordt nog
relatief koude lucht aangevoerd, na passage wordt de lucht aanmerkelijk
vochtiger. Tegelijkertijd komt via Engeland het koufront dichterbij,
waarbij in de loop van de middag en avond het frontale systeem boven de
Noordzee zal gaan occluderen. De frontale vore wordt dan scherper en
bovendien zien we twee kleinschalige laagjes in de vore afsnoeren. De
frontale vore bereikt in de tweede helft van de avond tezamen met de
occlusie het zuidwesten. Na passage van deze frontale vore gaat de
stroming onderin om naar noordwest en met een krachtige wind wordt de
koude plaklaag in de nacht naar zondag opgeruimd. Zondag overdag nadert
vervolgens van het westen uit een rug.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt is de kans op gladheid tot halverwege
komende ochtend; de wegen zijn nat, de temperatuur komt in het midden en
oosten onder nul te liggen en tevens vallen er (enkele) winterse buien.
Het is niet uitgesloten dat heel lokaal ook regen op een bevroren
ondergrond valt (Harmonie) als de buien iets minder intensief worden en
opklaringen breder. Het lijkt er momenteel op dat de Tweg pas
grootschaliger iets onder nul komt als de meeste buien voorbij zijn.
Voor deze kans op gladheid staat code geel uit.
Voor het overige zien we dat alle modellen grootschalig gezien op een
lijn zitten, zowel qua synoptische ontwikkeling als qua representatie
van de diverse parameters. Het zuidelijke kleinschalige laag verschilt
nog wel behoorlijk in positie in de verschillende modellen en in de
opeenvolgende runs. Aan de zuid(west)flank zou er dan een kleinschalig
maar venijnig windveld aanwezig kunnen zijn, kansen zijn in de huidige
run wel verder afgebouwd.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Komende dag toenemende wind, voor het occluderende systeem uit 7-8 Bft
uit een zuidelijke richting. Na passage van de scherpe frontale vore
gelijk seinen voor NW 7 Bft, langs de zuidwestkust aan het einde van de
avond mogelijk kort mogelijk kortstondig 8 Bft. Kansen op windstoten van
75 km/uur of iets daarboven liggen nu voor het zuidwesten op 60%, boven
Zeeland hooguit nog 30%. Blijft waarschijnlijk nog wel wat springen de
komende runs. Zondag neemt de wind op nadering van de rug af en dan
zullen de seinen verdwijnen.

BEWOLKING:
In de polaire lucht convectieve bewolking. Toppen van de Cb's in het
noorden nog circa. FL200. In het zuiden circa. FL150. Ten westen van de
hoogtetrog neemt de tophoogte a.g.v. warmteadvectie op hoogte sterk af.
Zaterdag overdag toenemende frontale bewolking op nadering van het
warmtefront. In de warme sector ook stratus, vooral boven land waar de
grenslaag a.g.v. van neerslag in door een koude plaklaag nog wat
vochtiger wordt. De slechtste condities zien we later in de middag en
avond in het noorden en oosten, waar later ook natte sneeuw mogelijk is.
Op de westflank van de frontale zone, bij de scherpe frontale vore,
krijgt de bewolking lokaal ook een convectief karakter.

NEERSLAG:
In de polaire lucht vooral in het noorden nog talrijke winterse buien.
Onweer is daar ook nog mogelijk. De buien zijn lokaal geclusterd en
georganiseerd (CAPE=400-700, boven land en de zuidelijke Noordzee
200-400 J/kg en schering 0-6 km=25-30 kn). Wegens de wegtrekkende
hoogtetrog neemt de onstabiliteitsdiepte af en daarmee de intensiteit
van de buien. In de zuidelijke helft zal de kans op een bui steeds
kleiner worden, in het noorden blijft er in de nacht aanhoudend sprake
van enkele buien. Regen op een bevroren ondergrond is vannacht niet
uitgesloten. Gezien de hoeveelheid buien in het noorden (en dus ook
bewolking) en de doorstaande wind is het nog de vraag in hoeverre de
temperatuur daar onder nul komt. Het wegdekmodel suggereert dat dit in
de noordelijke provincies hooguit gebeurt in het uiterste oosten later
in de nacht. Zuidelijker zal de temperatuur grootschaliger onder nul
raken wegens de steeds bredere opklaringen. Harmoniemodellen berekenen
daar in de loop van de nacht nog wel wat wolkenvelden onder de subtiele
subsidentie-inversie die moet ontstaan wegens de naderende rug. In
hoeverre dat gebeurt is echter de vraag, indien dat wel gebeurt geeft
dit wat tegenstraling en zal de temperatuur iets minder grootschalig
onder nul komen. Zaterdagmiddag en -avond frontale neerslag, naast regen
kan dit gezien de koude plaklaag ook motregen zijn. In de avond zien we
in het noordoosten en oosten ook een duidelijk signaal voor natte
sneeuw. In de avond krijgt de neerslag aan de westzijde van het
occluderende frontale systeem soms ook een buiig karakter. Wet van de
oclusie nog een enkele regenbui, in de loop van de zondag beperkt dit
zich tot het oosten van het land.

ZICHT:
In de polaire lucht buien neerslag uitstekende zichtcondities, in buien
uiteraard teruglopende zichtend. Zaterdag in de frontale neerslag matige
tot slechte zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Temperaturen komende nacht hangen af van de combinatie van de
hoeveelheid opklaringen en de mate waarin de grenslaag ontkoppelt en de
wind wegvalt. Alle modellen laten landinwaarts in ieder geval
minimumtemperaturen zien van rond het vriespunt. Zaterdag overdag blijft
het vanwege koude plaklaag nog lang koud, pas later in de avond en in de
nacht naar zondag lopen de temperaturen verder op.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI