Guidance modelbeoordeling voor Nederland

25-10-2021 16:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 14 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 26 oktober 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 25 oktober 2021 om 15.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een van origine NNO-ZZW georiënteerd koufront heeft het oosten
inmiddels verlaten. Ten westen van dit koufront is de lucht in een valse
warme sector steeds vochtiger geworden onder een inversie. Een NNO-ZZW
georienteerde occlusie ligt actueel boven het westen, trekt vanavond
oostwaarts en komende nacht het oosten van het land. Na de passage van
de occlusie wordt de lucht geleidelijk droger. Een N-Z georiënteerde
(hoogte)trog (actueel boven het VK), trekt oostwaarts en passeert
komende nacht het land. Morgenmiddag en -avond trekt een warmtefront van
een volgend laag dat naar IJsland trekt oostwaarts over het
aandachtsgebied. Bijbehorend NO-ZW georiënteerd koufront ligt
woensdagochtend nog enige tijd ten noordwesten van de FIR.


MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar. De In het
noorden van de valse warme sector en nabij de occlusie is veel lage
stratus aanwezig. EC/Hirlam en Ha40 onderschatten de bewolking en/of de
laagste basis. Hap1 beschrijft actueel de werkelijkheid nog het beste,
we volgen dit model voor de bewolking. Na passage van de occlusie zou de
meeste St geleidelijk moeten gaan verdwijnen, maar door turbulente
menging in opklaringen en/of advectie kan er komende nacht wederom
stratus ontstaan of binnenkomen, vooral dieper landinwaarts en in het
zuidoosten. Morgenmiddag bij en achter het warmtefront zijn er weer
verschillen tussen de modellen in de vorming van stratus, wat opvalt is
dat EC/Ha40 bijna geen stratus laten ontstaan, terwijl Hirlam en Hap1
dit wel doen. Het lijkt gezien de profielen ook aannemelijk dat er bij
en achter het warmtefront stratus kan ontstaan, we noemen de kans hierop
in de verwachtingen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot en met vanavond is er af en toe kans op een 6 Bft in de
kustdistricten. Harmonie laat het tijdelijke en plaatselijke karakter
hiervan goed zien. Vanaf morgenmiddag en -avond neemt de wind boven zee
op grote schaal toe naar 6 Bft, in het noordwesten van de FIR in de
nacht naar woensdag enige tijd 7 Bft.

BEWOLKING:
Zie ook modelbeoordeling. In het noorden van de valse warme sector en
nabij de occlusie langdurig St en Sc. Na passage van de occlusie Cu/Sc
en van het zuidwesten uit op nadering van en bij de trog met name in het
westen en noorden toenemende kans op enkele Cb's. Toppen boven zee
FL250/30C, boven land FL100-150/-20C. Vannacht vooral landinwaarts
wederom vorming van turbulentie-St. Morgen overdag Cu/Sc en in de middag
in het zuiden mogelijk wederom (advectieve) Sc/St. In de warme sector
enkele ondiepe Tcu's. Bij het warmtefront wederom toenemende kans op St.




NEERSLAG:
Nabij de occlusie af en to lichte motregen of een TCu-bui. Van het
zuidwesten uit op nadering van de trog toenemende kans op buien. Bij en
achter de trog is de CAPE aan de kust en boven zee 400-700 J/kg. Vooral
boven zee en in de (westelijke)kuststrook is onweer mogelijk gegeven de
toptemperaturen onder -20C. Schering ongeveer 20-30 kn, modus
single/multicell. De buien drijven wel landinwaarts, maar nemen dan in
betekenis af. Morgen overdag in de warme sector enkele lichte
TCU-buitjes door coalencentie en inzaaing. De neerslag van het
warmtefront stelt boven land weinig voor.

ZICHT:
Goede zichten. In neerslag en bij de occlusie matig. Ook bij het
warmtefront zichtvermindering.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI