Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 12 oktober 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 11 oktober 2021 om 17.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostflank van een hogedrukgebied met het centrum boven Ierland
wordt er in onze omgeving met een noordwestelijke stroming maritiem
polaire lucht aangevoerd. Hierin wordt een NW-ZO georienteerde
barokliene zone van belang, die zich momenteel boven Schotland en de
noordelijke Noordzee bevindt, met in eerste instantie de kenmerken van
een warmtefront-afloper. Deze zone krijgt later vanavond geleidelijk
interactie met een trog (oude occlusie) boven het noorden van de
Noordzee. De samengestelde zone trekt vannacht en morgenochtend als
koufront van noord naar zuid over het land en verlaat Limburg tegen de
avond. Een gunstige ligging t.o.v. de jet zorgt daarbij nog voor enige
activatie. Na passage hiervan wordt met een noordelijke stroming drogere
polaire lucht aangevoerd. Morgenavond trekt een trog over de Duitse
Bocht en het noordwesten van Duitsland, het westelijke deel hiervan
beweegt dan ook deels over het noordoosten. In de nacht naar woensdag en
woensdagochtend wordt de stroming noordwestelijk en keert het koufront
als warmtefront terug.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch zijn de modellen consistent. De buiigheid wordt onderschat
door Hap2 en EC en overschat door Hirlam, gemene deler is wel dat de
activiteit vanavond geleidelijk zal afnemen, met name landinwaarts. Bij
het koufront zien we een zone met buiige regen en/of buien die vannacht
boven het noorden en in de middag juist boven het zuiden lijkt te
activeren, het gevolg van de gunstige interactie met de straalstroom
(linker-uitgang). Morgenochtend komen alle modellen met kans op stratus
in het (zuid)oosten en in Zuid-Limburg met een duidelijk signaal voor
stuw, hetgeen we honoreren. Achter het koufront tot aan het einde van de
periode ondiepe convectie, met de gebruikelijke verschillen tussen de
modellen. Het front wordt woensdagnacht (zuid)west van de FIR stationair
en kantelt daarbij naar een N-Z oriëntatie, om woensdagochtend als
NO-ZW georienteerd warmtefront het noordwesten van de FIR te bereiken.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot en met morgenavond wisselende seinen voor 6 Bft. Bij de convectie op
het koufront uitschieters tot ca. 35 kn boven zee en tot ca. 25 kn boven
land.

BEWOLKING:
TCu's met toppen tot 7000 vt, in het noordoosten aanvankelijk iets
hoger. Bij het koufront een mix van stratiforme en diepere convectieve
bewolking met CB's, toppen van FL150-200. In het (zuid)oosten is er kans
op ST bij aanhoudende regen en in Limburg door stuw. Achter het koufront
Cu/Sc en met name nabij de trog morgenavond in het noordoosten enkele
TCu/Cb's, toppen tot ca. FL100.

NEERSLAG:
Enkele lichte regenbuien, vanavond geleidelijk in activiteit en aantal
afnemend door dagelijkse gang. Bij het koufront buiige regen en/of buien
met een kleine kans op onweer. Schering 15-25 kn (niet vanaf de grond)
en CAPE ca. 200-400 J/Kg, convectieve modus multicel. Achter het
koufront wederom overwegend lichte regenbuien, met name nabij de trog.

ZICHT:
Goed, in de lichte buien slechts lokaal wat zichtafname. Vannacht en
woensdagnacht in brede opklaringen een kleine kans op nevel. In buien
bij het koufront matig, mogelijk kortdurend slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI